Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Meubelgeschiedenis.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;

Egyptische meubels algemeen;

zitmeubelen;
kisten;
bedden;
tafels;


bron leidraad tekst:    LOI cursus interieur verzorging 1977-78

 

Algemeen:

De vorm van verschillende door ons, thans nog, gebruikte meubels lijkt zijn oorsprong in het Oude Egypte te hebben;   aangezien hun meubeltypen vergelijkbaar zijn met onze meubelen.
De Oud-Egyptische meubelkunst stond op een hoog peil en het uiterlijk van deze meubelstukken zijn (meer dan 4000 jaar) bijna onveranderd gebleven, vaak ook met betrekking tot de constructie.
klik hier om naar boven te gaan


 

Egyptische meubels algemeen:

Men heeft de Egyptische meubels leren kennen, omdat de farao's in het Oude Rijk (1ste t/m 6de dynastie (3000 - 2300 v. Chr.)) naast kleimodellen en reliëfs van meubels ook hun bed in het graf meenamen.
In het Middenrijk (11de t/m 13de dynastie (2100 - 1700 v. Chr.)) en in het Nieuwe Rijk (17de t/m 20de dynastie (1600 - 1085 v. Chr.)) nam de farao niet alleeen zijn bed, maar ook alle huisraad mee.

Veel van de meubelen die bewaard zijn gebleven zijn van dan ook van farao's, prinsen, prinsessen of andere hooggeplaatsten. Hierdoor krijgen wij een weelderig beeld van de Egyptische meubelen uit die tijd.
Van de gewone man zijn weinig meubelen bewaard gebleven. De meeste vondsten van gewone mensen komen uit Deir-El-Medina, het dorp waar de lieden woonden die de grafgiften en de graven voor de farao maakten in het Dal der Koningen en Koninginnen.

Aan de hand van deze grafvoorwerpen is echter veel kennis verworven over de technische vaardigheden waarover de Egyptische meubelmakers beschikten. Het blijkt dat zij bijzondere technieken hanteerden op het vlak van houtbewerking.

De meubels:

Als materiaal gebruikten de Egyptenaren hun eigen hout, nl. het van de vijgeboom afkomstige sicomore. Een veel betere houtsoort voor de meubels was echter het uit Palestina afkomstige cederhout. De afwerking geschiedde door het oppervlak in te smeren met een dikke, dekkende substantie die de oneffenheden (de schaaf kende men niet) moest wegwerken. Deze substantie (Nijlslib dat men met plantenvezels, eiwit of lijm aanvulde), die het hout als een huid bedekte, decoreerde men met sterk sprekende, kleurrijke verf.

Het eerste wat ontstond waren krukjes en bedden. Uit de kruk ontwikkelde zich de stoel, daarnaast bleef het krukje het meeste gebruikte zitmeubel.
Ze hadden geen kasten. De kist was een belangrijk opbergmeubel, allerlei dingen werden hierin opgeborgen en ook vervoerd. Er waren ook wel grote kisten die speciaal geschikt waren om te dragen met een zware last. Eigenlijk heeft hun kist dezelfde functie zoals onze Europese kist in de middeleeuwen;   je moest mobiel zijn.
klik hier om naar boven te gaan



 

Zitmeubelen:


Het werkmanskrukje:

Het slaven of werkmanskrukje dat handwerkers gebruikten bij hun arbeid staat met een iets uitgediepte zitting op drie hol gebogen korte poten, welke zijn vervaardigd uit kromgegroeid en verder met messen bewerkt hout of uit hout dat in de geschetste vorm gebogen is.

Meubelmakers werden meestal gezeten op een dergelijke driepootkrukjes afgebeeld:    zie bovenstaande afbeelding.
Bij een oneffen vloeroppervlak zit je namelijk stevig op dit soort krukjes. Zij werkten daarom laag bij de grond met een soort werkbank in de vorm van een blok, waar aan één kant een hap uit was. Hetgeen praktisch was bij het fixeren van voorwerpen.

  bron afbeelding:
LOI cursus interieur verzorging 1977-78

De schamel:

De schamel, een eenvoudig laag bankje op vier poten, gebruikte men veelal voor het huiselijke werk.

Naast deze eenvoudige bankjes, zoals de naam schamel reeds zegt (definities - Encyclo.nl    1) Arm 2) Armelijk 3) Armoedig 4) Armzalig),
waren er ook natuurlijk rijkere uitvoeringen.

De vouwstoel:

Klapstoeltjes werden ook veel gebruikt, vooral tijdens reizen en bij militaire campagnes.

Op naaststaande afbeekding:
Vouwstoel uit het graf van Kha, de opzichter van werken van Deir el-Medina in het midden van de 18e dynastie, thans aanwezig in de collectie van het Egyptische museum te Turijn.

   
Vouwstoel uit het graf van Kha

De normale stoel:

Uit het meest gebruikte zitmeubelstuk, het eenvoudig krukje met vier poten, ontwikkelde zich in de loop der tijden de stoel met een rugleuning zoals wij die ook kennen.
Het vroegste exemplaar dat gevonden is, is uit de 2e of 3e dynastie, dus ongeveer 2900 tot 2600 v. Chr.

De koninklijke zetels:

Net als bij de schamel waren ook bij de stoel rijkere uitvoeringen, zoals de zetel voor de koning.

Omdat de koning slechts op een heilig dier mocht zitten, eindigen de poten vaak in leeuwenklauwen of stierenhoeven. Deze vier klauwen zijn altijd evenwijdig en naar één richting geplaatst.

Zetels van Toetanchamon (ca 1373 - 1363 v.Chr.)

noot !
De poten werden oorspronkelijk door een lijstwerk versterkt dat het sma-tawi-symbool (de samengebonden lely en papyrus)van de vereniging van Opper-en Neder-Egypte voorstelde.
Bij de linker stoel is het ontbrekende deel heraangebracht. ,bij de middenstoel ontbreekt nog een deel en bij de linkerstoel ontbreekt het oorspronkelijk originele lijstwerk helemaal.
klik hier om naar boven te gaan



 

Kisten:

bron: Wikipedia.
Met Egyptische faience wordt in de egyptologie en archeologie een keramisch materiaal aangeduid dat bestaat uit ongeveer 95% kwartszand (meer bepaald: gemalen zand of zandsteen) vermengd met klei, metaaloxiden, kalk en basische mineralen. Het werd gevormd, gebakken en meestal bedekt met een groenblauw glazuur, en gebruikt voor praktische en decoratieve doelen.
klik hier om naar boven te gaan



 

Bedden:

Bij de bedden onderscheidt men twee soorten, nl:   slaap- en pronkbedden.

Slaapbedden:

De vorm van een eenvoudig bed lijkt op die van een baar.
De bedden waren, naar onze huidige maatstaven, tamelijk kort. Zo bedraagt de gemiddelde lengte van de bedden van Toetanchamon 172 centimeter.
  >
De poten die het rechthoekige raamwerk dragen zijn, net als de hierboven beschreven stoelen, gemodelleerd naar leeuwen- of stierenpoten, gesneden uit hout of ivoor.

Net als bij de zittingen van stoelen bestonden bedbodems uit een vlechtwerk van stroken leer.
Bij de eenvoudige bedden werden deze stroken simpelweg rondom het frame gebonden. Bij de luxere uitvoeringen werden gaten in de ombouw van het bed geboord waar de stroken doorheen werden geknoopt.


    Bedden liepen meestal licht naar
    beneden af richting het voeteneind.
    Daar bevindt zich soms een
    ietwat gebogen, opstaande leuning
    om het afglijden van het dekkleed
    te verhinderen.
    De leuningplank werd soms versierd
    met houtsnijwerk afbeeldingen van
    de god Bes of de godin Taweret.

 
>   Het hoofd rustte bij het slapen niet op een kussen, maar op een halvemaanvormige hoofdsteun van hout of albast.
Ook in de eenvoudige huizen, waar men op dekken of matrassen op de vloer sliep, komen deze hoofdsteunen voor. Men gebruikte deze hoofdsteunen om de kapsels, die men slechts eenmaal (?) per week opmaakte, intact te houden.

Pronkbedden:

bron tekst:  LOI cursus interieur verzorging 1977-78

De pronkbedden, speciaal voor koningen, hebben een hoofdsteun die bij het bed zelf behoort. Het gehele bed heeft vaak de vorm van een dier.

Als zijvlak gebruikte men dan een dier, waarvan de voorpoot tevens de voorpoot van het bed was, het lichaam de zijregel, de achterpoot de achterpoot van het bed, terwijl de staart die een enorme "zwaai" had, alleen sieraad was.
De kop gaf het hoofdeinde aan.

 

klik hier om naar boven te gaan


 

Tafels:

Egyptische tafels heeft men maar zeer sporadisch gevonden. Toch kan men uit de reliëfs en wandschilderingen een drietal grondtypen afleiden, nl.
  -    de eenvoudige werktafel;
  -    de eettafel;
  -    en de credens- of dientafel.
  bron: internet
>
 

Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 11-07-2020

 

 

klik hier om naar boven te gaan