Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Vluchtwegen in gebouwen.


Om een veilige ontvluchting uit een gebouw, waarin voor het verblijf van mensen bestemde ruimten aanwezig zijn, mogelijk te maken, moet in beginsel vanuit een ruimte in twee richtingen rechtstreeks of uitsluitend via vloeren, trappen en hellingbanen naar een veilige plaats buiten gevlucht kunnen worden.
De benodigde vluchtmogelijkheden dienen van rook gevrijwaard te zijn en worden bepaald door de inrichting en gebruik van het gebouw."
Dit vraagt in de praktijk om een planmatige aanpak.

Uitgangspunt is dat op beheerste wijze uit een gebouw kan worden gevlucht.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

Wie is er verantwoordelijk voor het veilig kunnen vluchten ?;
bouwbesluit en gebruiksvergunning;
vluchten;


 

Wie is er verantwoordelijk voor het veilig kunnen vluchten?

Het ’veilig kunnen vluchten uit een gebouw’ is onder meer afhankelijk van het aantal aanwezige personen en hun fysieke staat, de staat van aanwezigheid (slapend, wakend) alsmede de bekendheid met de omgeving.

Veilig kunnen vluchten uit gebouwen is ondermeer vastgelegd in de landelijke bouwregelgeving en de lokale verordeningen voor de handhaving hiervan.

Gebouw-eigenaren en -gebruikers moeten allereerst zelf aan de slag, want niet ieder mens kan zich even vlot en onafhankelijk in veiligheid brengen. Rolstoelgebruikers, mensen die moeilijk lopen, blinden en slechtzienden komen in panieksituaties al snel in problemen zonder de hulp van anderen.

De Arbowet zegt in alle eenvoud dat men maar voor een veilig en gezond gebouw heeft te zorgen.
Verzekeraars wijzen op de negatieve gevolgen voor de aansprakelijkheidsdekking bij een lakse handhaving van de Arbowet.

Gebouweigenaren en - gebruikers moeten derhalve naast de andere bij het veilig vluchten betrokken partijen, zoals ontwerpers, bouwers, installateurs, beheerders en adviseurs, zelf het initiatief nemen.

Naast oriëntaties over de mogelijke risico's, de bouw- en Arbo-regelingen en de eventuele aanvraag voor een gebruiksvergunning zal er initiatief voor het maken van een plan van aanpak voor bedrijfshulpverlening moeten worden genomen, waaronder een vlucht- en ontruimings- c.q. evacuatieplan inclusief de benodigde ontruimings(vlucht)plattegronden.

zie onderdeel ontruimingsplattegronden, etc   onderdeel ontruimingsplattegronden, etc. bij brandpreventie - veiligheid signalisatie.
klik hier om naar boven te gaan



 

Bouwbesluit en gebruiksvergunning:

Een vluchtweg is een van brand gevrijwaarde vluchtmogelijkheid die uitsluitend door één of meer verkeersruimten voert.

Vluchten door andere ruimten in woningen is toegestaan bij toepassing van een extra vluchtweg.
 

 

 

 

 

Met uitzondering van - - - -

Vluchten door andere ruimten in woningen is toegestaan bij toepassing van een extra vluchtweg.
 

Door introductie van de 'bezettingsgraadklasse' in het Bouwbesluit is een relatie gelegd tussen de bouwvergunning en het gebruik van het gebouw. Het Bouwbesluit stelt eisen voor nieuwbouw, maar ook minimum eisen voor bestaande bouw. De bezettingsgraad is het aantal vierkante meters oppervlakte per persoon. Dit begrip wordt toegepast bij de nieuwbouwvoorschriften voor utiliteitsgebouwen.

Er zijn vijf bezettingsgraadklassen, van B1 tot en met B5.
Voor de klasse B1 gelden zwaardere eisen dan voor B2, etc.
Bij zijn aanvraag om een bouwvergunning bepaalt de aanvrager de bezettingsgraadklasse aan de hand van de oppervlakte van de gebruiksfunctie en een inschatting van het maximale aantal personen dat op enig moment in die gebruiksfunctie aanwezig zal zijn.

bezettingsgraad
 

 

 

 

 

 
bezettingsgraad
 

 

 

 

 

 

 

De keuze van een bezettingsgraadklasse is niet geheel vrij. De minimale toegestane bezettingsgraadklasse voor een bepaalde gebruiksfunctie is in het Bouwbesluit vermeld (zie naaststaand tabel).

Uit een oogpunt van brandveiligheid worden de bezettingsgraadklassen toegepast bij de voorschriften voor het veilig kunnen ontvluchten van een bouwwerk.
(Als het om méér mensen gaat gelden er zwaardere eisen.)

In het Bouwbesluit staan de 'Voorschriften uit het Oogpunt van Veiligheid'.
Daarbij staan twee hoofdpunten centraal: geen hinder in de vluchtroute door op slot zijnde deuren en deuren mogen niet tegen de vluchtrichting indraaien.
Daarnaast worden in deze artikelen de vluchtweg-lengte en - capaciteit geregeld, evenals de minimale afmetingen, loopafstanden, het in twee richtingen moeten kunnen vluchten etc.

fragment uit powerpoint uitleg   Zie hiervoor fragment uit de powerpoint presentatie van de Rijksgebouwendienst (2005)

Kooiladders
zie   hiervoor het onderwerp "Kooiladders" behorende bij het onderdeel "Stijgpunten - overige trappen".

Voor 1992 werden, in situaties met een gering aantal personen, voor de ontvluchting uit een gebouw, vanaf enkele verdiepingen naar het maaiveld, vaak kooiladders o.g. gebruikt. Met de komst van het Bouwbesluit in 1992 is dit, voor nieuwe situaties, niet meer toegestaan.
Deze ladders voldoen namelijk niet meer aan de minimale eisen die aan trappen worden gesteld.

In de praktijk blijken de bestaande kooiladders van voor 1992 , ook met betrekking tot de handhaafbaarheid, nog uitstekend te voldoen.
Daarom zijn er via artikel 1.5 van het Bouwbesluit 2003 uitzonderingen mogelijk. In dat kader moet worden aangetoond dat er sprake is van een gelijkwaardigheid als bedoeld in betreffend artikel.
Maar wat is gelijkwaardig ?

   Amstelveen   Deze vluchtroute van voor 1992 in ieder geval niet meer.
 

 

Gebruiksvergunning:

De Gemeente toetst bij de aanvraag van een bouwvergunning allereerst op de bouwkundige eisen van het Bouwbesluit en vervolgens op de lokaal van kracht zijnde Bouwverordening met de daaruit voortkomende voorschriften die te maken hebben met het (brandveilig) gebruiken van het gebouw.
Dat laatste is vooral van belang voor de gebouwfuncties waarbij een gebruiksvergunning verplicht is.

zie  hiervoor het onderdeel "Gebruiksvergunning".
klik hier om naar boven te gaan



 

Vluchten:

Een trappenhuis moet de status van vluchtweg hebben als het te overbruggen hoogteverschil meer dan acht meter bedraagt.

Toegangsluis:

In gebouwen met werkruimte op een hoogte van meer dan dertien meter, is het verplicht een als rookcompartiment ingerichte toegangssluis naar het trappenhuis aan te leggen.
 

Loopafstand:

bron afbeelding:  brochure brandveiligheid volgens het bouwbesluit 2003 (VROM)

De term loopafstand wordt, als het om brandveiligheid gaat, gebruikt om de maximale afstand aan te geven van de vluchtroute waarlangs men bij brand te voet kan vluchten. Deze route blijft overal op ten minste een afstand van 30 cm van wanden, kolommen, deuren en kozijnen. In het Bouwbesluit staat van welk beginpunt tot welk eindpunt een maximale loopafstand moet worden gemeten.

Voor utiliteitsbouw zie afbeelding.

Als bij de aanvraag van een bouwvergunning een verblijfsgebied al is ingedeeld in meerdere verblijfsruimten, dan moet op twee verschillende manieren worden gemeten.

methode 1:  (op plaatje: zie verblijfsruimte A)
hierbij moet net worden gedaan alsof de nietdragende scheidingswanden er niet zijn en de gevonden loopafstand met 1,5 worden vermenigvuldigd.

methode 2:  (op plaatje: zie verblijfsruimte B)
hierbij moet voor elke verblijfsruimte worden nagegaan of de werkelijke loopafstand in de ingedeelde situatie voldoet aan de voorgeschreven maximale loopafstand.


Doorstroomcapaciteit:

vluchttrappenhuis Een van de aspecten van veilig kunnen vluchten uit gebouwen betreft ontruimingstijden.
De ontruimingstijden worden mede bepaald door de opvang- en doorstroomcapaciteteit van de vlucht trappenhuizen.
zie   zie onderdeel doorstroomcapaciteit

Maak trappen in een vluchttrappenhuis, zeker bij het ontbreken van een eventuele evacuatielift minimaal 1300 mm breed. Dat stelt hulpverleners in staat imand naar beneden te dragen.
Bedenk ook dat in zo'n geval een rolstoel in het trappenhuis kan staan die overig vluchtgebruik kan hinderen.
 

De weg naar buiten:

Al vluchtend hoopt men op het eindpunt van de vluchtroute snel naar buiten te kunnen.
Bij beheerst vluchten uit een gebouw gaat het doorgaans goed, maar bij duwen en dringen wordt het gevaarlijk rond nooduitgangen. (De voorwaartse kracht van een duwende menigte kan vooraan oplopen tot een dodelijke 500 kg.)
Onder deze omstandigheden is de eis begrijpelijk dat het veilige aansluitende terrein moet kunnen worden bereikt zonder een sleutel te gebruiken. De te gebruiken vluchtdeuren moeten in geval van nood dan ook heel gemakkelijk geopend kunnen worden.

Let op!
Er zijn situaties waarbij je vanuit de ene vleugel van het gebouw over het dak naar de andere vleugel van het gebouw moet vluchten. Je bent dan wel buiten, maar nog niet veilig. Eigen personeel, etc. kunnen hierop worden gewezen via ontruimingsoefeningen, maar bij openbare ruimten waar wildvreemden verblijven is zo'n situatie niet gewenst.
Zo'n situatie moet ook veilig zijn, dat wil zeggen over het dak moet een van het dak afgescheiden (b.v. middels een balustrade) looproute aanwezig zijn.
Inbraaktechnisch is het een ongewenste, maar op te lossen, situatie omdat de deuren vanaf het dak geopend moeten kunnen worden.

zie   zie ook het onderdeel "Branddeuren en brandluiken" bij het hoofdstuk kozijnen.

In de praktijk blijkt dat nog zeer vaak slecht geregeld.
De sluitingen functioneren slecht of niet en zijn soms zelfs van (hang)sloten en kettingen voorzien!
Daarnaast zijn er allerlei vreemde vergrendelingen waarbij eerst een glasplaatje of glasbuisje ingeslagen moet worden alvorens kan worden ontgrendeld.
Voorts blijkt ,in de praktijk, dat men de ruimte vóór de vluchtdeuren nogal eens als (tijdelijke) opslagplaats gebruikt, zodat de deuren niet of zeer moeilijk bereikbaar zijn. Soms blijkt - ook al is het in het gebouw allemaal goed geregeld - dat de vluchtdeuren aan de buitenzijde worden gebarricadeerd door fietsen, auto's of containers.

Een tweetal normen maakt de communicatie over toe te passen deurafsluitingen gemakkelijk: NEN-EN 179 voor nooddeuren en NEN-EN 1125 voor vluchtdeuren.

GfS Exit Control, een slim 'groen stalen kastje' met ingebouwd alarm
 
De bekende rode sleutelkastjes zijn niet meer toegestaan, een slim 'groen stalen kastje' met ingebouwd alarm is het antwoord hierop.

Zie bij de externe verwijzingen naar sites van derden.
 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 17-06-2016

 

 
klik hier om naar boven te gaan


 

 

 extra informatie behorende bij:
Brandwerendheid vluchtwegen - Bouwbesluit:
klik hier om naar boven te gaan

fragment uit de powerpoint presentatie van de Rijksgebouwendienst (2005)

fragment powerpoint presentatie RGD (2005)   fragment powerpoint presentatie RGD (2005)
fragment powerpoint presentatie RGD (2005)   fragment powerpoint presentatie RGD (2005)
fragment powerpoint presentatie RGD (2005)   fragment powerpoint presentatie RGD (2005)
fragment powerpoint presentatie RGD (2005)   fragment powerpoint presentatie RGD (2005)
fragment powerpoint presentatie RGD (2005)   fragment powerpoint presentatie RGD (2005)
fragment powerpoint presentatie RGD (2005)   fragment powerpoint presentatie RGD (2005)
fragment powerpoint presentatie RGD (2005)
klik hier om naar boven te gaan