Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Duurzaam bouwen.
Duurzaamheid is een begrip uit de bosbouw: kap niet meer dan je terugplant.
Zo moet je duurzaamheid ook in het dagelijks leven toepassen: verbruik liever geen grondstoffen zonder die weer aan te vullen.
Hoe je dat moet doen, daarover verschillen de meningen. De een ziet in het versoberen van je leven de oplossing, de ander in slimme technieken. Ik denk dat het en/en is. (bron bovenstaande tekst: Woningen aardgasvrij eigen huis magazine mei 2019)
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
algemeen;
Algemeen:
Voor nadere uitleg en opmerkingen onderstaande tekst indien gewenst bij het naaststaande onderwerp etcetera.
Onder duurzaam bouwen wordt verstaan:
"Zodanig bouwen en gebruik maken van gebouwen en de gebouwde omgeving dat de schade voor het milieu in alle fasen, van planontwikkeling en ontwerp tot en met de sloop, zoveel mogelijk beperkt blijft".
De belangrijkste milieuproblemen die spelen rondom grondstoffen en bouwmaterialen zijn:
- Uitputting grondstoffen.
- Aantasting landschap bij winning grondstoffen.
- Vervuiling van het milieu door winning, transport, productie, verwerking, onderhoud, sloop en 'productie' van afval.
- Verontreiniging van het binnenmilieu (in de gebruiksfase).
Bij een keuze-afweging tussen materialen moet daarom rekening gehouden worden met de milieu-effecten gedurende de gehele levenscyclus, vanaf de winning van de benodigde grondstof tot en met de sloop van het gebouw. Ook dienen de eventuele mogelijkheden voor hergebruik van materialen of componenten bij de afweging te worden meegenomen.
Drie-stappen-strategie:
In de ontwerpfase kan men met behulp van onderstaande checklist volgens de 'Drie-stappen-strategie' de milieubelasting door het gebruik van bouwmaterialen proberen te verminderen.1. Beperk het gebruik van grondstoffen
- Overweeg of nieuwbouw echt nodig is. Mogelijk is renovatie of hergebruik van een ander gebouw of woningcomplex een goede optie.
- Zoek in het ruimtelijk ontwerp naar een optimaal ruimtegebruik. Ga na of functies te combineren zijn.
Overweeg bij een utiliteitsbouwwerk plekken uitwisselbaar te maken door toepassing van het 'flexibele' kantoorconcept' . - Ga na in hoeverre de woning of het gebouw een flexibele indeling moet hebben en uitbreidbaar moet zijn.
Houd hiermee rekening bij het ontwerp voor de draagconstructie en de installaties.
Een voorbeeld: Schoolwoningen; bij de huidige bouw van scholen wordt al regelmatig rekening gehouden met de ombouw tot woningen. - Kies de optimale vorm van het bouwvolume: beperk het buitenoppervlak. Houd wel rekening met bijvoorbeeld een goede daglichttoetreding.
- Stimuleer 'dubbel' gebruik van vertrekken, maak flexibele plattegronden (schuifdeuren-schuifwanden).
- Zorg voor een zodanige vormgeving van de bouwmassa dat geen 'moeilijke' aansluitdetails nodig zijn (bijvoorbeeld loodslabben) en
dat zo min mogelijk zaag- en snijverliezen optreden.
Gebruik dus geen grillige vormen tenzij een hiervoor geschikt materiaal gebruikt wordt. - Maak een zodanig ontwerp dat minimale leidinglengtes nodig zijn voor verwarming, ventilatie, koeling en tapwater.
- Minimaliseer onnodige afwerklagen (bijvoorbeeld vloeren, verfwerk, binnenkozijnen, stuc) in de detaillering.
- Verleng de levensduur van de woning of het gebouw: Kies een flexibel inbouwpakket voor voorzieningen.
- Maak eenvoudige (de)montage van onderdelen, bijvoorbeeld montagekozijnen en leidingen mogelijk.
- Zorg voor juiste detaillering: onder andere dakoverstek bij houten gevels (alleen effectief voor de 2 à 3 onderliggende bouwlagen), terugliggende (houten en kunststoffen) kozijnen en een zorgvuldige plaatsing van dampremmende lagen.
- Beperk de 'massa' van constructies: Maak gebruik van optimale constructies of optimaal samengestelde constructies. Zo heeft een kanaalplaatvloer minder materiaal dan een massieve vloer. Gebruik bijvoorbeeld voorgespannen constructies en verjongde kolommen op de hoger gelegen verdiepingen. Overweeg houtskeletbouw.
2. Gebruik 'duurzame' grondstoffen
'Duurzame' grondstoffen zijn grondstoffen die vernieuwbaar of eenvoudig opnieuw te gebruiken zijn en bij bewerking relatief weinig milieudruk veroorzaken. Zoals bijvoorbeeld:- Hout uit productiebossen, houtafval en andere plantaardige grondstoffen zoals natuurharsen voor verven en lijmen.
- Vlas voor isolatiemateriaal.
- Leem.
3. Verstandig gebruik 'niet-duurzame' grondstoffen
- Beperk het gebruik van 'niet-duurzame' producten zoals de traditionele alkydverf; gebruik zo min mogelijk organische oplosmiddelen: gebruik bijvoorbeeld natuurverf of watergedragen verfsystemen.
- Gebruik waar mogelijk reststoffen zoals puingranulaat (als grindvervanger), rogips (voor gipsproducten) en cellulose (voor warmte-isolatie) als (grondstof voor) bouwmateriaal.
- Overweeg het gebruik van sloopmaterialen, bijvoorbeeld hout voor piketpaaltjes en balken en/of direct herge-bruik van bakstenen en dakpannen.
- Gebruik demontabele constructies zodat bij onderhoud en sloop hergebruik mogelijk is. Dus: Gebruik zo min mogelijk ingestorte leidingen of kanalen;een bijkomend voordeel is dat ze dan eenvoudig te voorzien zijn van warmte-isolatie (bijvoorbeeld zinvol bij warmtapwaterleidingen).
- Gebruik zo min mogelijk gelijmde verbindingen en gebruik geen ter plaatse gespoten PUR-schuim als isolatie, montagekit of kierdichting, tenzij goede alternatieven ontbreken.
- Gebruik voor platte daken losliggende (met ballast) of mechanisch bevestigde dakbedekking in plaats van gelijmde.
- Gebruik vooral prefab-onderdelen dit geeft minder afval en gecontroleerde verwerking van het afval bij de produktie. Vaak is dan later onderhoud en sloop ook met minder milieu nadelen te realiseren.
Uitvoering:
Duurzaam bouwen vraagt om een goede kwaliteit. De bouwfase is hierbij van groot belang. Een zorgvuldige uitvoering is essentieel.Bij de keuze van bouwmaterialen en de verwerking ervan moeten ook de arbeidsomstandigheden een belangrijke rol spelen.
De bouwtechnische voorschriften voor duurzaam bouwen zijn thans opgenomen in de bouwregelgeving. In het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften opgenomen waarin de Bepalingsmethode milieuprestaties gebouwen en GWW-werken is aangewezen. Dit betekent dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouwen een berekening van de milieueffecten van het bouwen van een woning of kantoor moet worden ingediend.
Zie voor verdere uitleg van dit onderwerp bij verwijzingen naar externe sites van derden:
BREEAM-NL
Om te helpen de gebouwde omgeving in Nederland drastisch te verduurzamen is vanuit de markt een initiatief opgestart om de duurzaamheid van gebouwen kwantificeerbaar te maken.Door de Dutch Green Building Counsil (DGBC)wordt momenteel een duurzaamheidslabel voor de Nederlandse markt ontwikkeld, gebaseerd op de BREEAM (UK) methode. Hiermee kan de duurzaamheid van een gebouw worden bepaald.
Daarbij wordt niet alleen het (verwachte toekomstige) energiegebruik beoordeeld, maar ook het materiaalgebruik, de bouwwijze, de invloed van het gebouw op de gebruiker en de invloed op de omgeving.
Het aantal beschouwde aspecten, met name de aspecten gerelateerd aan het bouwkundig en installatietechnisch ontwerp alsook ruimtelijke ordening, is beduidend groter dan momenteel in de Nederlandse wetgeving wordt gereguleerd.
Tevens ligt het nagestreefde niveau boven de wettelijke eisen.
Een uitgebreide toelichting op de methode is te vinden op de site van DGBC.
Zie hiervoor bij verwijzingen naar externe sites van derden:
Checklist energie:
bron: Basisdocument voor kennis en vaardigheden Duurzaam Bouwen in vakopleidingen. (Ministerie van VROM (1999 ?))