Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Wonen in de nieuwe westerse wereld.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;
--;


 

Algemeen:

Doordat door de industriële revolutie de benodigde productiemiddelen (cq machines) buiten het financiële bereik van de gewone werkman lagen verdween veel van de oorspronkelijke (veelal plaatsgebonden) huisnijverheid.
Wonen en werken werd daardoor voor velen volledig gescheiden en men trok daarom noodgedwongen achter de arbeid aan, waardoor de verstedelijking, afhankelijk van de plaats waar de fabrieken stonden, aldaar sterk toenam. Het aldus ontstane nieuwe industriële proletariaat woonden (tenzij zij voor de fabrikant onmisbaar waren), door deze verstedelijking, veelal daar in (krotten)wijken met nauwelijks sanitair.
Noot! Nauwelijks sanitair was iets wat altijd al zo is geweest, maar nooit werd besproken.
  -   Een krot is een oud vervallen huis en meestal klein.
-   Een slop is een voetgangerssteegje of stoepgangetje tussen woningen.
    Het woord zelf is afgeleid van de werkwoordstam van sluipen.
-   Een krottenwijk, de naam zegt het al, was een wijk die (voor het overgrote deel) bestond uit krotten. .
-   Een sloppenwijk behoeft daar en tegen nog geen krottenwijk te zijn, maar het was wel een wijk waar mensen woonden die door geldgebrek
    of woningnood geen betere woning konden krijgen.

De gemiddelde levensverwachting was er laag, en de kindersterfte hoog, maar dat had niets met de manier van wonen te maken. Dit had te maken met de manier van leven, het soort werk dat men uitvoerde en de toen nog onbekende oorzaken van epidemieën zoals, mazelen, roodvonk en cholera.
Maar dat is een ander verhaal.     Maar men geloofde er wel in.

In 1800 had Europa 165 miljoen inwoners, in 1900 ging het al om 400 miljoen mensen. In 1800 waren er 21 steden met meer dan 100.000 inwoners, in 1900 waren dat er al 147. Met 5 miljoen inwoners telde Nederland rond 1900 vier van die grote steden: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (bron:  Land van drek en derrie (geschiedenis.nl))

Maar wat was, in de ogen van de bewoners zelf, een (krotten)wijk? Dat is namelijk nooit beschreven.
Hoe de hogere gegoede stand er tegenaan keek is echter wel bekend.

  zie   het onderwerp "Woningvorm typologie " van het onderdeel "functionele vormgeving - typologieën".

Dit Verslag aan den Koning werd geruime tijd voordat de stedengroei zich manifesteerde geschreven.
De woonsituatie van de laagste stand, waaronder de armen, de dagloners, behoeftige ambachtslieden en de aan lager wal geraakte kleine burgers, was dus al veel eerder zo.

Noot! De rijksoverheid liet in de 19e eeuwse samenleving de huisvesting over aan “de markt”.
  Dit was niet zo vreemd;  de markt waren ze namelijk zelf.
Pas na het revolutiejaar 1848, de daaraan te koppelen politieke omwentelingen en de industriële revolutie kregen de gewone burgers (beginnende bij de meest belangrijke) steeds meer zeggenschap.
Het liberale denken in maatschappij en politiek werd geleidelijk aan verdrongen door het sociale. De opdracht tot het schrijven van dit verslag zal dan ook te maken hebben gehad met deze politieke omwentelingen.

klik hier om naar boven te gaan


 

--:


 

Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 19-10-2022

 

 
klik hier om naar boven te gaan