Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Kelder divers.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
divers algemeen;
Divers algemeen:
De ijskelder:
In vroeger tijden, toen er nog geen elektriciteit was, waren er uiteraard ook geen ijskasten. Eigenaren van grote huizen met een grote tuin, bos of park lieten niet te ver van het huis een zogenaamde ijskelder aanleggen. Dat was soms een eenvoudig gat in de grond, vaak ook een verdiept aangebrachte ruimte, die werd overdekt met een dikke laag grond en voorzien van een goed sluitende deur.In de winter werden ijsstaven uit de bevroren gracht of vijver gezaagd. Deze staven werden in de ijskelder gelegd. Als de kelder goed geïsoleerd was en een voldoende hoeveelheid ijs kon bevatten, kon men gedurende de rest van het jaar hieruit ijs halen dat nodig kon zijn in de keuken. Maar vooral kon de ijskelder worden gebruikt voor het in goede staat houden van bederfelijke voedingsmiddelen, zoals vlees, vis en gevogelte.
bron tekst: www.absolutefacts.nl/kastelen
bron afbeelding: http://ora-web.swkk.de
Ondergronds bouwen:
(half)ondergrondsbouwen 12 ambachten (www.de12ambachten.nl/ondergrondsbouwen.html)Waterschild Muiderslot (projecten 2012 www.dearchitect.nl)
Onverwacht:
Tijdens de renovatie/restauratie in 1984 van een aantal panden in de Abraham Dolesteeg te Utrecht kwamen we tijdens de voorbereiding van de aanleg van een nieuwe begane grondvloer een dichtgegooide gemetselde trapgat tegen.Na onderzoek ter plaatse bleek het een trap te zijn die leidde naar een niet meer bestaande onderaardse gang van ca' 1,5 m welke uitmondde achter een toenmalige tuinmuur aan de andere zijde van de steeg.
Bij de renovatie van die gevel (de lage huisjes links op de foto) bleek die gevel nog steeds de toenmalige tuinmuur te zijn en is toen alsnog voorzien van een fundering.
Na onderzoek in het archief is gebleken dat deze situatie waarschijnlijk is ontstaan tijdens een pest epidemie.
De met pest besmette kloosterlingen moesten ergens worden ondergebracht. Maar, eenmaal in het klooster mochten ze er, volgens de kloosterregels, er ook niet meer uit.
Onder de straat door was dus de oplossing.
bron onderstaande schetsen: Bart Klück 1984