Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

De energiebalans.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;
wat is een nul-op-de-meter woning?;

bewonersgedrag;



 

Algemeen:



artikel fragment. (bron:  Eigen Huis Magazine - december 2016)

De energiebalans:

Om de gevolgen van bouwkundige ingrepen te kunnen berekenen, is een overzicht van alle warmteverliezen en warmtewinsten noodzakelijk. Dit noemen we een "energiebalans". Met behulp van de energiebalans kan elk willekeurig gebouw voorzien worden van een energielabel.

bron afbeelding en tekst:  kosten en baten zonne-ergiewoningen   (bouwwereld 77 1981)

    energiebalans negatieve zijde:

  • warmteverliezen door uitstraling;
  • warmteverliezen door kieren en openingen;
  • warmteverliezen door mechanische ventilatie;
  • het afvoeren van warmte door koeling;
  • energiebehoefte voor verlichting;
  • energiebehoefte voor huishoudelijk gebruik.

  •  

    energiebalans positieve zijde:

  • warmte-opbrengst via aanwezige mensen;
  • warmte-opbrengst via verlichting, computers, etc;
  • warmte-opbrengst via machines;
  • warmte door zoninval;
  • bijverwarming door stoken met een kachel, centrale verwarming, etc.;
  • bijverwarming met behulp van warmtewinning via zonnecollectoren;
  • bijverwarming met behulp van warmtewinning via warmtepompen.
Beide zijden van de energiebalans kunnen door het ontwerp sterk beïnvloed worden.

Verwijzingen:

Om de kosten in de hand te houden zijn behalve zuinig bewonersgedrag ook investeringen noodzakelijk voor bouwkundige zaken, zoals:

Extra isolatie, kleinere ramen, betere kierdichting, een goede situering van de ruimten, etc. verkleinen de warmteverliezen. Terwijl een juiste oriëntatie van de gevels t.o.v. de zon de energiebalans in grote mate positief kan beïnvloeden.

zie    het onderdeel "Buitenschil isolatie".

zie   voor "orientatie van de raamgevels" en "het gebruiken van de zoninstraling" het onderdeel "Daglicht en bezonning".

zie    het onderdeel "Zonnepanelen".

zie    het onderdeel "Zonneboilers".

Kierdichting en luchtdichtheid is niet alleen van belang om energielekken tegen te gaan, maar ook om de kans op condensatie in de thermische schil te voorkomen, doch dit vereist ook de noodzaak van actieve ventilatie, 24 uur per dag.

zie   het onderdeel "Natuurlijke en mechanische ventilatie".
klik hier om naar boven te gaan



 

Wat is een nul-op-de-meter woning ?

Bij een nul-op-de-meter woning zijn alle in- en uitgaande energiestromen op jaarbasis in balans.
Dat wil zeggen dat de woning, afhankelijk van het bewonersgedrag, op jaarbasis voldoende energie oplevert voor ruimteverwarming, warm tapwater gebruik, ventileren, het gebruik van alle huishoudelijke en overige elektrische apparatuur inclusief verlichting.
De som van opwekking en verbruik is op jaarbasis dus nul.

Hoe zien die woningen eruit ?

bron:   Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (mei 2015)

De ontwikkelde concepten (2016) zijn allemaal anders, maar enkele grote lijnen zijn wel aan te wijzen.
Ieder concept begint met een isolatiepakket met een Rc-waarde van 5, 6 of soms zelfs 10.
Toepassing van drievoudig glas is bijna standaard. De woningen zijn goed tot zeer goed luchtdicht en bij oplevering wordt dat in de meeste gevallen gecontroleerd.
Ook de toepassing van zonnepanelen is bijna standaard: gemiddeld 24 tot 30 m2 per woning.
In sommige woningen zit nog aardgas, maar in de meeste gevallen vindt verwarming plaats met een elektrische warmtepomp en lage temperatuurverwarming: meestal vloerverwarming, soms gecombineerd met wandverwarming en, op de slaapverdieping, convectoren.
Ook mechanische ventilatie behoort tot de standaard, in de helft van de gevallen met warmteterugwinning.

Conclusie:

De nul-op-de-meter woning is niet het ei van Columbus maar een benaming voor het resultaat van reeds lang bestaande kennis en alleen mogelijk als voldaan kan worden aan een aantal ruimtelijke, plaatsgebonden eisen.

zoals:
Voor zonpanelen een dak van voldoende grootte en zongericht.
Sociale woningbouw, rijtjeshuizen, flats e.d. vallen dus af. Tenzij er elders, verderop, zonnepanelen zijn die stroom leveren, maar dan heb je wel weer een meter nodig.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor windenergie. Het doe-het-zelf windmolentje gekoppeld aan een auto-dynamo uit de jaren 60 is het nooit geworden en een windturbine zet je niet in je achtertuin.

Een juist bewonersgedrag zet meer zoden aan de dijk.
klik hier om naar boven te gaan



 

Bewonersgedrag:

Volgens projectontwikkelaars, etc. garandeert een nul-op-de-meter renovatie niet alleen grote stappen op het gebied van energiebesparing, maar ook een gezond en comfortabel binnenmilieu. Dit is verkooptechnisch een goed verhaal, maar of het ook waar is;   dat is de vraag.

Het terugdringen van de collectieve energievraag door toepassing van zonnepanelen op je eigen dak is geen energiebesparing, maar een kostenverschuiving.
Als je echt energie wilt besparen dan zul je minder hoge eisen moeten stellen aan b.v:
-    welke vertrekken je s'winters continu wilt verwarmen;
-    hoelang je wilt douchen, en/of die stortkop wel nodig is;
-    of je elke dag in je jacuzzi zitten;
-    of je in elke ruimte naar een tv moet kunnen kijken;
-    of je;   etc.

Toepassing van een serre (een onverwarmde ruimte achter glas, maar buiten de thermische schil)als klimaatgevel geeft de bewoner aanvullende leefruimte, doch in de wintermaanden dient het hoogtens als bron van (voorverwarmde) ventilatielucht.
zie   het onderwerp "Kas/huis" van het onderdeel "Passieve zonne-energie systemen in gebouwen".
De serre kent echter een gebruiksrisico. Want als de bewoner de serre ook in de winter beschouwt als deel van zijn woonkamer en hij de serre met een elektrisch straalkacheltje op temperatuur brengt dan is het nul-op-de-meter principe weer verleden tijd.
En hoe zit het met het kattenluikje in de geïsoleerde deur met drievoudig glas ?

Automatisering is geen besparing, maar een hebbedingetje.
De verwarming een uur voor het slapen gaan automatisch uitzetten bespaart energie.
Maar de verwarming een uur voor het opstaan automatisch aanzetten kost energie, zeker als je, je tijd, verslaapt of wil uitslapen.

Een beter gezond en comfortabel binnenmilieu is helemaal persoonlijk.
De een wil de deur niet uit en de ander weet niet hoe snel hij buiten moet komen.

Mijn eigen situatie:

Getallen zeggen niets; bewonersgedrag des te meer.

Ik woon sinds 1986 in een vrijstaande woning uit 1926.
De woning was toen ik er kwam wonen ongeïsoleerd, maar had op de begane grond al wel dubbel glas (wat er nu nog steeds inzit, alleen volgens de huidige glasnorm, hopeloos verouderd).
Het eerste jaar dat ik er woonde was er een met een strenge winter. Op de Lek kon je schaatsen, en de veerpont was uit de vaart genomen.
Het aanwezige woning condens bevroor tegen het dakbeschot in de slaapkamers. Het jaar daarna ben ik begonnen met isoleren volgens de toenmalige normen. Dit is vervolgens niet meer veranderd, dus ook niet meer van deze tijd.
Mijn woning is inmiddels uitgebreid met een serre en een tuinkamer, die ik s'winters alleen gebruik als doorgang en opslag. De aangebrachte zonnepanelen worden niet voor verwarming, etc. gebruikt.

Van de overheid heb ik een energielabel G gekregen. Het zij zo. Ik doe er niets mee.
Volgens een tabel van de NUON verbruikt mijn woningtype thans gemiddeld ca 2250 m³ gas per jaar.
Mijn verbruik is echter, door bewust stookgedrag, het niet verwarmen van ongebruikte ruimten, het sluiten van gordijnen, het dichtdoen van deuren, etc. in de loop van de jaren terug gelopen van 2400 m³ naar ca 1400 m³.
En het einde is nog steeds niet bereikt.
Door de onverwarmde nog bestaande schoorsteenkanalen, in kamer en keuken verdwijnt nog behoorlijk veel warmte, zoals ik de afgelopen vorstperiode bemerkte. Een klusje voor de toekomst.
 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 21-01-2017

 

 
klik hier om naar boven te gaan