Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Monumenten(zorg).

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;
waarom Monumentenzorg;

monumentenschildjes;

de restauraties;

de beschermde Nederlandse monumenten;

beschermde stads- en dorpsgezichten;



 

Algemeen:

Monumentenzorg is:    en gaat over de bescherming, de instandhouding, het onderhoud en het herstel van onroerende zaken - meestal gebouwen, maar ook terreinen, bruggen, waterwerken, hekken, straatmeubilair, etc. - die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap dan wel hun volkskundige waarde, of omdat er bepaalde geschiedkundige geschiedkundige herinneringen aan verbonden zijn.

Een beschermd monument mag door niemand, ook niet door de eigenaar, worden beschadigd of vernield en mag niet worden afgebroken, verplaatst of op een andere manier worden gewijzigd zonder speciale vergunning van de overheid.

Let op!   Het voortbestaan van een monument is hierdoor nog niet verzekerd.
zie   de betreffende subonderwerpen van het onderwerp "Sloopwerkzaamheden" behorende bij het onderdeel "bouwfase - het te bebouwen terrein".
In Nederland bestaan meerdere soorten monumenten, zoals:
  • monumenten welke staan op de werelderfgoedlijst van UNESCO;
  • rijksmonumenten;
  • provinciale monumenten;
  • en gemeentelijke monumenten;
Daarnaast zijn er ook nog beschermde stads- en dorpsgezichten.

Het soort monument bepaalt onder meer welke rechten en plichten een eigenaar heeft m.b.t. het gebruik, maar ook welke financiële mogelijkheden er zijn om onderhoud, restauratie of verbouwing van het betreffende pand te financieren.

De Nederlandse monumentenwet:
De officiele, door de overheid georganiseerde monumentenzorg kwam in de laatste kwart van de negentiende eeuw op gang.
In 1874 werd een College van Rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst in het leven geroepen en kreeg het Departement van Binnenlandse Zaken een afdeling Kunsten en Wetenschappen. Vanaf 1903 gingen Rijkscommissies zich bezighouden met de inventarisatie en de restauratie van monumenten en tussen 1903 en 1933 werd een 'Voorlopige lijst der Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst' gepubliceerd. In 1918 werd een Rijksbureau voor de Monumentenzorg opgericht waaruit in 1947 de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voortkwam.

Nadat in verband met de Tweede Wereldoorlog in 1940 een noodmaatregel ter bescherming van monumenten van kracht was geworden, die in 1945 werd bestendigd, en in 1955 een ontwerp-Monumentenwet was ingediend, werd in 1961 eindelijk 'de' Monumentenwet afgekondigd. De zorg van de monumenten werd een bevoegdheid van het toenmalige ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, geadviseerd door een onafhankelijke Monumentenraad.

De Monumentenwet van 1961 is 1988 vervangen door een nieuwe Monumentenwet en is daarna weer herhaaldelijk gewijzigd en aangepast en is vervolgens per 1 juli 2016 grotendeels weer vervallen.
Een belangrijk deel van de onderwerpen van de Monumentenwet is daarbij overgegaan naar de Erfgoedwet. In deze wet zijn onder de definities, de aanwijzing, de bescherming, de financiële bepalingen en het toezicht en de handhaving opgenomen.
De onderwerpen die over de vergunningsystemen, archeologie en bescherming stads- en dorpsgezichten gaan, zoals bijvoorbeeld het verbod op verwaarlozing c.q. de onderhoudsplicht van monumenten zijn opgenomen in de Omgevingswet.
klik hier om naar boven te gaan



 

klik hier om naar boven te gaan


 

Monumentenschildjes:

Het 'blauwwitte' schildje (Blue Shield) dat veelal op rijksmonumenten te vinden is, is in het leven geroepen tijdens de Haagse Conventie van 1954 en heeft als doel om cultureel erfgoed in tijden van oorlog en militaire bezetting te beschermen.
Het kan dus ook zijn aangebracht op gebouwen die geen rijksmonument zijn.

Het daarna verschenen Rijksmonumentenschildje moest een einde maken aan deze verwarring.

De monumentenborden op gemeentelijke monumenten dragen veelal het wapen van de betreffende gemeente. Deze monumentenborden zijn niet verplicht en dus niet altijd aanwezig.

De ANWB draagt in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed exclusief zorg voor productie, distributie en verkoop van deze borden.
Eigenaren van monumenten kunnen de borden bestellen bij de ANWB. (https://www.anwb.nl/formulier,/AanvraagMonumentenbord.html)
klik hier om naar boven te gaan



 

De restauraties    (consolideren in plaats van restaureren :

Restaureren betekent "in de vroegere toestand herstellen";    de vraag is:   in welke toestand?


klik hier om naar boven te gaan



 

De beschermde Nederlandse monumenten:


Nederlandse monumenten welke staan op de werelderfgoedlijst:

Werelderfgoederen welke als een monument staan ingeschreven op de Werelderfgoedlijst zijn culturele of natuurlijke monumenten die mondiaal gezien uitzonderlijk en onvervangbaar zijn.
Nederland heeft thans 10 door UNESCO erkende werelderfgoederen:
  1. De Waddenzee
  2. Molencomplex Kinderdijk-Elshout
  3. Droogmakerij de Beemster
  4. Ir. D.F. Woudagemaal
  5. Schokland
  6. Willemstad Curaçao
  7. Amsterdamse Grachtengordel
  8. De Stelling van Amsterdam
  9. Van Nellefabriek in Rotterdam
  10. Rietveld Schröderhuis

rijksmonumenten:

Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die om hun nationale cultuurhistorische waarde door de rijksoverheid zijn aangewezen als beschermd monument. Ze zijn te vinden in het monumentenregister op de website van https://cultureelerfgoed.nl/monumentenregister

Van de bijna 62.000 rijksmonumenten in Nederland staan er 108 in Culemborg, en hiervan weer een aantal in deze website zoals:

De Bakstenen kogelvanger uit 1880 van de schietbaan gelegen naast het voormalige fort "Werk aan het Spoel".
zie   het onderwerp "Draagstructuur algemeen" van het onderdeel "constructietechniek algemeen".

De muurschilderingen van den Middenstand zoals die van de Graaf Egbert Sigaren en de Miss Blanche Virginia cigarettes
zie   het onderwerp "Gevelreclame en graffiti." van het onderdeel "gevels - gevels algemeen".

Woonhuis / winkelpand uit omstreeks 1600 nabij de Binnenpoort met in de zijmuur ingemetselde hoogwaterstenen.
zie   het onderwerp "Geveltekens etc.." van het onderdeel "gevels - gevels algemeen".

De zijgevel van de Barbarakerk, een aquarel van de Binnen poort en een woonhuis op het Voorburg.
zie   het onderwerp "Metselwerk verbanden, voegen, specie, etc.." van het onderdeel "gevels - metselwerk gevels".

provinciale monumenten:

Noord-Holland en Drenthe zijn de enige provincies die regionaal provinciale monumenten hebben aangewezen.
Niet alleen panden, maar ook dijken, grenspalen en gemeente-overschrijdende objecten kunnen deel uitmaken van een provinciale monumentenlijst.

gemeentelijke monumenten:

Een gemeente kan besluiten, door middel van een gemeentelijke verordening, een bijzonder pand zoals bijv. een neogotische kerk die zich nauwelijks onderscheidt van honderden andere kerken in het land, die noch in de Nederlandse architectuur- geschiedenis, noch in het oeuvre van de ontwerper een hoogtepunt vormt, waar geen enkele bekende Nederlander is gedoopt en die niet bepaald een wonder van schoonheid is, toch te beschermen en op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten, omdat het betreffende gebouw in de omringende wijk een beeldbepalende functie heeft en als vertrouwd element de buurtbewoners na aan het hart ligt.
klik hier om naar boven te gaan


 

Beschermde stads- en dorpsgezichten:

Een beschermd stads- en /of dorpsgezicht is een gebied met een cultuurhistorisch karakter, dat men bij de invoering hiervan graag zo wil behouden.
Het gaat dan niet om een enkel gebouw maar om een heel gebied met gebouwen, straten en groen dat van grote historische waarde is.

Er zijn ruim 400 gebieden in Nederland gekenmerkt als 'beschermd stads- of dorpsgezicht'.
Nieuwe rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten worden sinds 2012 niet meer aangewezen, met uitzondering van gebieden die nog in procedure waren.
Voor een overzicht hiervan zie de site www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen

noot !
Na afloop van de 2e wereldoorlog moest bouwkundig veel worden ingehaald.
Niet alleen de 1e fase van de wederopbouw, maar er volgt direct erna ook een 2e fase. Er is een zeer groot tekort aan woningen en de babyboom is begonnen.
zie   de betreffende subonderwerpen van het onderwerp "Woningvorm typologie"
van het onderdeel "functionele vormgeving - typologieën".

Het bouwen ging door:   uitvoerende bedrijven;    zoals meubelmakers, smederijen, garagebedrijven, etc., moesten naar nieuw aan te leggen industrie terreinen en er komen overal nieuwe woonwijken. Naast deze nieuwe stadsuitbreidingen kwamen er ook nieuwe stedelijke gebieden rondom de oude steden en in de net drooggelegde Flevopolder
Met als gevolg:    leegloop van de oude binnensteden.
De babyboomer die kon kiezen tussen een nieuwe moderne doorzonwoning en een oude kleinere woning van de vooroorlogse volkswoningbouw had zijn keus snel gemaakt.
Zels Amsterdam liep leeg, en dat leidde weer tot verkrotting. De woningkrakers hadden vrij spel.

De oude stad stond op het punt te verdwijnen, maar met de discussie over de bescherming van de stads- en dorpgezichten en de invoering ervan keerde het tij.
De geplande parkeergarage op de Neude in Utrecht t.p.v. het oude postkantoor ging niet door. De kraakpanden op de route daar naar toe, waaronder die in de Lange Lauwerstraat waar ik heb gewoond, zijn later met veel subsidie weer in ere hersteld. en de 'zogenaamde' gedempte singel onder Hoog Catharijne is weer zichtbaar.

Panden binnen zo'n beschermd stads- of dorpsgezicht hebben echter niet automatisch de status van beschermd monument, hetgeen logisch is.
Door de beschermde status blijft het historische karakter en de historische structuur van deze gebieden behouden.

Als gebouwen namelijk niet goed onderhouden worden, heeft dat niet alleen effect op de uitstraling van het pand zelf, maar op die van de hele omgeving.
Een ieder kent wel een voorbeeld van een rijtje woningen waarvan er een uit de toon valt omdat die in afwijkende kleuren is geschilderd of slecht is onderhouden.
Voor de gebouwen in beschermde stadsgezichten zijn de oorspronkelijke details, kleuren en materialen van de gevels het uitgangspunt. Als iedereen die aan zijn woning werkt deze details aanhoudt, blijven de oorspronkelijke aanblik en kwaliteiten behouden.

 

Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 14-05-2019

 

 
klik hier om naar boven te gaan