Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Naadloze vloerafwerking algemeen.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
algemeen;
dekvloeren (zandcement, etc.);
dekvloeren (granito, terazzo en gewassen grind);
Algemeen:
Een betonvloer kan in één keer worden gestort, verdicht, afgewerkt en nabehandeld tot de vereiste vlakheid en maatvastheid. Uit kwalitatief oogpunt verdient zo'n monoliet-uitvoering zelfs de voorkeur.In de meeste gevallen blijkt men er echter toch de voorkeur aan te geven de betonnen draagvloer als 'ruwe' constructie aan te brengen, dus zonder hoge eisen te stellen aan vlakheid en hoogte. In een later stadium wordt deze ruwe vloer dan afgewerkt met een dekvloer.
De direct afgewerkte betonvloeren:
De direct afgewerkte betonvloeren worden verdeeld in drie typen:(Stelcon platen, etc.)
verder het onderwerp "Vloerafwerking monolietvloeren".
De dekvloeren:
Hiervoor komen diverse materialen in aanmerking. (zc dekvloer, anhydriet, magnesiet, terrazzo, etc.)Door een reeks van oorzaken, waarvan de lage kostprijs een belangrijke is, is cement naast anhydriet het meest toegepaste bindmiddel.
De eisen welke we kunnen stellen aan een dergelijk afgewerkte vloer, kunnen rechtstreeks worden afgeleid uit de tweeledige functie van een dekvloer, namelijk:
Naar wijze van aanbrengen kunnen we dekvloeren en met name de steenachtige verder worden onderscheiden in:
Toeslagmaterialen:
Voor het verkrijgen van onderstaande toepassingen zijn voor zowel de monoliet afgewerkte vloeren als de de achteraf aangebrachte dekvloeren speciale toeslagmaterialen leverbaar. Zie hiervoor de documentatie verkrijgbaar bij de diverse leveranciers.- Grotere slijtvastheid en drukvastheid (staalsplit, ferrosilicum, carborundum, etc.);
- Verhoging van de thermische isolatie (vermiculiet, perliet, etc.);
- Grotere vorstbestandheid;
- Verlaging van de elasticiteitsmodulus van de mortel, zodat de kans op scheurvorming vermindert en een betere hechting aan de ondergrond wordt verkregen.
De vlakheid van in het werk gestorte dek- en monoliet vloeren:
De vlakheid van in het werk gestorte dek- en monoliet vloeren is de toestand van een oppervlak dat geen onregelmatigheden vertoont, nog convecs, nog concaaf. De vlakheid moet binnen een bepaalde tolerantie-grens blijven.Voor monoliet vloeren 9 mm in straal van 2 m. (voor speciaal werk 5 mm)
Voor dekvloeren 5 mm in straal van 2 m.
Het nazichten van de toleranties gebeurt van op tenminste 20 cm afstand van muren, kolommen, e.d.
Het behoeft derhalve geen betoog dat voor het detailleren hier rekening mee moet worden gehouden.
Scheuren in dekvloeren:
bron tekst: Betoniek 4-21 (1979)De hechting aan de ondervloer vind plaats in de hechtlaag. Door verschillend krimpgedrag van dekvloer en ondervloer kan de hechtsterkte worden overschreden door de optredende spanningen. Welke kan leiden tot scheuren in de dekvloer dan wel tot losraken van de ondervloer, vooral aan de randen. In de meeste gevallen is de uitvoeringstechniek de oorzaak.
D.w.z. een beperking van de scheurgevoeligheid door:
Voor een goede hechting moet de ondervloer worden voorbehandeld. Dit begint met vroegtijdig inwateren zodat de vloer vochtig is met hoogstens een winddroog oppervlak. Daarna moet een aanbrandlaag worden aangebracht d.m.v. het inborstelen van een cementpap. Let wel op! Deze aanbrandlaag mag niet te groot zijn aangezien hij nog glanzend vochtig moet zijn bij het aanbrengen van de dekvloerspecie.
Over het aanbrengen van voegen in dekvloeren ter voorkoming van scheuren bestaat nogal eens misverstand.
Dilatatievoegen, in de ondervloer aangebracht om vormverandering door zetting, temperatuurverschillen en dergelijke te kunnen opvangen, moeten doorlopen in de dekvloer.
Het wordt aanbevolen de voegranden van de dekvloer te verstevigen met dilatatieprofielen die verankerd zijn in de dekvloer.
Het is niet juist om in een hechtende dekvloer afzonderlijke krimpvoegen aan te brengen. Ter plaatse van deze voeg ontstaat een randeffect dat juist tot eerder bezwijken van de hechting leidt.
Dekvloeren.
Zandcementdekvloeren:
Zandcementvloeren zijn afwerkvloeren van zand dat is gebonden door cement, waarbij de mortel moet worden verdicht en vlakgestreken. Deze vloeren zijn al dan niet voorzien van een slijtlaag. Zandcementvloeren worden in de utiliteitsbouw en de woningbouw toegepast. De belangrijkste productkwaliteiten zijn de toepasbaarheid in vrijwel iedere situatie en de mogelijkheid om met hoogteverschillen te werken.Gietdekvloeren:
Gietdekvloeren zijn calciumsulfaat- of cementgebonden vloeren. Deze vloeren worden in de woningbouw en op grotere schaal in de kantorenbouw toegepast. Eén van de belangrijkste productvoordelen is een constante kwaliteit door het gebruik van zelfverdichtende mortel. Bovendien kunnen met weinig mankracht en apparatuur in korte tijd grote oppervlakten worden gegoten. Gietdekvloeren zijn dan ook bij uitstek geschikt voor grote ruimten, maar het is zeker niet onmogelijk een wat kleiner oppervlak te leggen.Granito, terazzo en gewassen grind:
Terrazzovloeren:
Terrazzovloeren zijn designvloeren die uit een menging van marmerkorrels en een cement (al of niet met vulstoffen) en/of kunsthars als bindmiddel bestaan. Kenmerkend voor terrazzovloeren is het geslepen en geschuurde oppervlak.Door zijn schoonmaakvriendelijke eigenschappen: naadloos, sanitairplint en zeer dicht gesloten structuur was de geslepen terrazzovloer in het recente verleden de ideale toepassing voor toiletgroepen en zogenaamde natte ruimten zoals bijvoorbeeld badhuizen en sauna. In keukens, Bakker- en Slagerwinkels en Horeca bedrijven leverden de terrazzovloeren, naast het functionele aspect en de ontwerpvisie van die tijd, ook nog een esthetische bijdrage.
bron: Techniek en ambacht-serie no 34 - uitgave 1949 (Terrazzowerken door J. Boerlage)
Vulstoffen:
De eventueel toe te passen vulstoffen hebben meestal ten doel de cementmassa te kleuren en dienen geen stoffen te bevatten , welke een chemische uitwerking op het cement of de natuursteen korrels uitoefenen.
Dientengevolge mogen deze stoffen geen zuren bevatten.
Granitovloeren:
Granito is een terrazzovariant bestaande uit granietgruis (gemalen granietkorrels) met de nodige vulmaterialen, te zamen door een cement verbonden.bron: Techniek en ambacht-serie no 34 - uitgave 1949 (Terrazzowerken door J. Boerlage)