Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Bodemverontreiniging.


De bodem kan verontreinigd zijn met gevaarlijke stoffen die van nature niet in de bodem of het grondwater voorkomen en welke kunnen leiden tot schade aan het ecosysteem.
Om hierop te gaan bouwen, zonder het nemen van maatregelen, is gezien de ervaringen uit het verleden niet verstandig.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;
bodemfuncties;

de oorzaken van bodemverontreiniging;
op welke manier kan verontreinigde grond schadelijk zijn;
de kans op aantreffen van bodemverontreiniging per bedrijfstak;
de kans op aantreffen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog;

het saneren van verontreinigde grond;


bron leidraad tekst:
applicatiecursus Milieukunde (HTS Heerlen) - bodemverontreiniging (1982)
en
rapport "Bodemverontreiniging in stads- dorpsvernieuwingsgebieden" van het Ministerie van VROM (1984)

 

Algemeen:

Er zijn verschillende redenen waarom de bodem vervuild kan zijn. Meestal heeft er eerder een fabriek, een benzinestation, een chemische wasserij, e.d. op gestaan en omdat in het verleden de eisen die werden gesteld met betrekking tot bodemverontreiniging niet zo streng waren als thans is bewust en onbewust verontreiniging van de bodem veroorzaakt.

Andere voorbeelden van verontreinigingen zijn:
Het ophogen van voormalige nieuwbouw wijken met verontreinigd baggerslib, etc. en lekkende olietanks uit de periode voor de Groningse gasbel

Het begrip bodem:
Het begrip "bodem"wordt meestal gedefinieerd als het bovenste deel van de aardkorst dat als substraat dient voor de vegatatie.

Bij bodemverontreiniging en de te treffen bodembeschermende maatregelen kunnen we niet volstaan met bovengenoemde begripsomschrijving en conformeren we ons aan de definitie:    "de bodem is het vaste deel van de aarde met het zich daarin bevindende grondwater".

Bodemverontreiniging in relatie tot water- en luchtverontreiniging:
Water en lucht zijn niet alleen de dragers van verontreiniging;    zij transporteren deze verontreiniging ook en wel in theoretisch onbegrensde mate.
De bodem kan wel de drager zijn van een verontreiniging, maar de bodem zelf transporteert geen verontreiniging.
Verontreiniging in de bodem wordt hoogstens getransporteerd door andere media, zoals plantenwortels, mollen en wormen. Maar bovenal door water en enigsins door (bodem)lucht.
De migratie door flora en fauna is practisch te verwaarlozen en is hoogstens van invloed op zeer beperkte afstand. Als verontreiniging zich dus in de bodem verplaatst, kan dit alleen omdat de verontreinigde componenten
  • vloeibaar zijn (b.v. olie),
  • gasvormig zijn
  • of oplosbaar zijn in water (zouten).
  • Een ander verschil tussen bodemverontreiniging enerzijds en water- en luchtverontreiniging anderzijds is dat bodemverontreiniging dikwijls minder duidelijk en minder direct waarneembaar is. Luchtverontreiniging kenmerkt zich b.v. door rook, roet, stof, stank, irritatie van slijmvliezen ogen en huid.
    Waterverontreiniging door waarneembaar vuil water, stank, dode vis, vieze smaak, etc.
    Bodemverontreiniging is daarentegen en zeker in het beginstadium een nauwelijks waarneembaar verschijnsel.

    Toch kunnen bodem, water en lucht niet los van elkaar worden gezien. Luchtverontreiniging bijvoorbeeld komt via de regen ook op de bodem en in het water terecht;    bodemverontreiniging kan via het grondwater verontreiniging van het oppervlaktewater veroorzaken en omgekeerd.

    De Wet bodembescherming:
    Om verdere afname van de bodem- en grondkwaliteit tegen te gaan geldt sinds 1987 in Nederland de Wet bodembescherming. Op grond van deze wet moet een ieder voldoende zorg voor de bodem in acht nemen. Op het moment dat er een verontreiniging optreedt, moeten de gevolgen meteen ongedaan worden gemaakt (het 'zorgplicht' principe).
    Met betrekking tot verontreinigingen ontstaan vóór 1987 geldt sinds 1 januari 2006 voor eigenaren van bedrijfsterreinen een saneringsplicht. Het tijdstip van saneren hangt af van de 'ernst' en 'urgentie' van het geval van bodemverontreiniging.

    Het doel van saneren is om de bodem weer geschikt te maken voor zijn functie.

    Wil je weten of de bodem vervuild is kijk op   
    Bij twijfel:    raadpleeg en deskundige.
    klik hier om naar boven te gaan



     

    Bodemfuncties:

    Wanneer bitumineuze producten (afgewerkte olie) op landbouwgrond worden geloosd, is dit een duidelijk geval van bodemverontreiniging:    de planten groeien er niet meer en gedurende lange tijd heeft de bodem zijn functie als groeimedium verloren.
    Wanneer echter bitumineuze producten in asfaltwegen woren toegepast kan men toch moeilijk van bodemverontreiniging spreken.
    Ter plaase van de weg heeft de bodem en andere functie waaraan hij beter voldoet naarmate de weg beter is.

    Voor dat je over bodemverontreiniging kunt spreken, moet je dus weten welke functie de bodem ter plaatse heeft.
    De bodem kan één of meer van de volgende functies hebben:

    1. Drager van de samenleving in de meest letterlijke zin. (huizen, straten, etc.)
    2. Ecologisch- geomorfologische functie:    vegatatie, bodemfauna en flora en als bepalend element van de uiterlijke verschijningsvorm van het landschap.
    3. Agrarische functie:    het bepalende element voor het voedselvoortbrengende vermogen.
    4. Watervoorzieningsfunctie:    het belang van het zich in de bodembevindende water, zowel voor drinkwatervoorziening, agrarisch gebruik en industriële toepassingen als voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en bodemorganismen.
    5. Delfstoffen en energievoorzieningsfunctie:    het belang van de zich verder nog in de bodem bevindende grondstoffen voor de mens (zand, grind, klei, ertsen, etc.).
    Bodemaantasting wordt nu gedefinieerd als elke beïnvloeding van de bodem waardoor deze niet meer of in mindere mate kan voldoen aan de functie(s).

    Let echter wel op!
    De kijk hierop is sinds de invoering van de wet op de bodembescherming aan veranderingen onderhevig.
    klik hier om naar boven te gaan



     

    De oorzaken van bodemverontreiniging:

    Er zijn talloze vormen van bodemverontreiniging. Een aantal van deze bodemaantastingsvormen zijn onafhankelijk van het menselijk ingrijpen.
    (Denk hierbij bijvoorbeeld aan de gevolgen van overstromingen, die mogelijk zijn, bij extreem hoge waterstanden zoals in 1995)

    De meeste verontreinigingen worden (werden) echter vooral veroorzaakt door onzorgvuldige omgang met schadelijke stoffen (Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verschijnsel "zure regen" dat in de jaren 70 van de vorige eeuw een zeer groot probleem was.) en het "legaal of illegaal" storten van (vuilnis) afval en zijn veelal het gevolg van de industriele ontwikkeling na de industriële revolutie.

    Verontreiniging door huishoudelijk afval:

    Vooral van het storten van (vuilnis) afval zijn voorbeelden te over en van (bijna) alle tijden.
    Zo staan huizen in oude steden niet zelden op een metershoge 'stadslaag', een laag die gevormd is door het eeuwenlang storten van stadsafval.
    (Woon je in een oud huis en heb je een tuin, graaf er maar in en je komt van alles tegen.)

    bron tekst: Wikipedia (vuilnisman)
    Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw begon het ophalen van huisvuil zich langzaam te professionaliseren, doordat bestuurders zich voor het schoonhouden van hun gemeente verantwoordelijk begonnen te voelen. Het vuil dat door de vuilnismannen verzameld werd, werd aanvankelijk gesorteerd en - voor zover niet meer bruikbaar - opgeslagen (de vuilnisbelt).
    Vanaf halverwege de 20ste eeuw doet de zogeheten kraakpersauto zijn intrede. Dit type vuilniswagen vermaalt het aangeboden vuilnis direct tot kleinere delen, wat het later in het vuilverwerkingsproces makkelijker te verwerken maakt. Rotterdam schaft zijn eerste kraakpersauto aan in 1956. De kraakpersauto en later ook de trommelwagen komen goed van pas wanneer eind jaren 1960 de vuilniszak wordt geïntroduceerd.

    De bevolking groeide, de welvaart nam toe. Zo ook de grootte van en het aantal vuilnisbelten. Het tij moest weer keren. Het gecontroleerd storten deed zijn intrede.
    zie   het onderwerp "Huishoudelijk afval" van het onderdeel "ontwerpelementen - exterieur divers".

    Niet al het huisvuil werd op deze manier afgevoerd. Veel verdween ook via het riool of werd direct in het water gegooid. De geschiedenis van deze afvalstroom loopt dan ook parallel met die van het huishoudelijke afval.
    zie   het onderwerp "Geschiedenis van de (afval)waterketen" van het onderdeel "installaties - riolering".

    Gecontroleerd storten wordt gedefiniëerd als het bergen van afval in of op een zodanige wijze dat tijdens en na de stortactiviteiten zo min mogelijk milieuhygiënisch en esthetische bezwaren optreden en het stortterrein na beëindiging van de stort-activiteiten een positieve functie kan vervullen. Bij deze techniek is het essentieel dat het aangevoerde afval direct in dunne lagen verspreid en optimaal verdicht wordt en dat het bovenoppervlak van het verdichte afval wordt afgedekt met grond, zand, puin of daarmee te vergelijken materiaal. Broei, stank, rook en brand, ongedierte en andere bezwaren van het "beltstorten"kunnen hiermee worden weggenomen.
    Echter emissies die kunnen leiden tot bodem- en (grond)waterverontreiniging zinn niet zo eenvoudig weg te nemen.

    Verontreiniging ten gevolge van de industriele ontwikkeling:

    Er zijn verschillende redenen waarom de grond onder en rondom bestaande en reeds lang verdwenen bedrijven vervuild kan zijn. Men kan globaal gesteld op een of meer van de volgende manieren verontreiniging van de bodem veroorzaken of hebben veroorzaakt:
    • door lekkages, onzorgvuldig handelen en calamiteiten bij opslag en overslag van brandstof, grond- en hulpstoffen en eindproducten;
    • door lekkages, onzorgvuldig handelen en calamiteiten tijdens bedrijfsprocessen;
    • door het deponeren (opslag) van vaste en vloeibare afvalstoffen op het terrein (al dan niet moedwillig);
    • via het afvalwater, zowel direct (lozing op sloot of in zinkput) als indirect (lekkages);
    • via de emissie van afvalgassen. Dit kan leiden tot een diffuse verspreiding van de verontreinigingen.
    Het zal duidelijk zijn dat het optreden van bodemverontreiniging sterk afhankelijk is van de procesvoering en mede daardoor van het type bedrijf. Ook de infrastructuur (aansluiting op rioolstelsel, afzetmogelijkheid van afvalstoffen e.d.), de duur van de productie, de wetgeving en controle erop en de stand van de techniek zijn in dit verband belangrijke factoren. Omdat deze factoren sterk tijdsgebonden zijn, is ook de tijd zelf van groot belang.

    Gebruik van stoffen in en op de bodem:

    Strooizouten, bestrijdingsmiddellen, meststoffen, etc.
    Bijvoorbeeld:    het gebruik van te veel meststoffen geeft stikstof uitspoeling (nitraat vergiftiging).

    Verontreiniging ten gevolge van illegale storting en lozing:

    Grond- en bouwwerken in en op de bodem:

    Bijvoorbeeld:    Het verbreken van ondoorlatende lagen dat zoute kwel ten gevolge kan hebben of verontreniging van bovenliggend grondwater afvoert naar potentieel (drink)water in diepere grondlagen.

    Exploratie en exploitatie van de bodem:

    Boringen, grondwaterwinning, mijnbouw,ontgrondingen, etc.
    klik hier om naar boven te gaan


     

    Op welke manier kan verontreinigde grond schadelijk zijn?


    De eerste manier waarop verontreinigde grond schadelijk kan zijn is als de schadelijke stoffen in het grondwater terecht komen;   dat vervolgens weer opgepompt wordt en weer wordt gebruikt.
    Een tweede manier waarop de verontreiniging schadelijk kan zijn is als mensen gewassen verbouwen op het terrein van de vervuilde grond. Dit kan bijvoorbeeld om een boer gaan, maar ook om particulieren met een moestuin.
    Een laatste manier kan zijn, dat mensen ziek worden door de dampen. Dit kan vooral gebeuren als veel van de schadelijke stoffen nog relatief dicht aan het oppervlakte te vinden zijn.

    Soort verontreiniging:

    De volgende categorieën stoffen zijn in het kader van bodemverontreiniging (1984) van belang:
    • zware metalen (o.a. lood, cadmium, kwik, nikkel);
    • cyaniden en aanverwante verbindingen;
    • fluoriden;
    • radio-actieve stoffen;
    • gechloreerde oplosmiddelen (o.a. tri, per, tetra);
    • fenolen;
    • aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, xyleen);
    • polychloor (bi- en tri-)fenylen (PCB's en PCT's);
    • polycyclische aromaten (o.a. naftaleen, fenantreen, benzpyreen);
    • olie;
    • mutagene en carcinogene stoffen (o.a. benzpyreen, rhodamine, asbest, ftalaten);
    • bestrijdingsmiddelen (o.a. organo-chloorpesticiden, zware metalen bevattende bestijdingsmiddelen:   arseen, kwik,koper).
    Incidenteel kunnen ook andere stoffen (b.v. broom, zuren, basen en zelfs fosfaten en stikstofverbindingen) problemen geven.

    De bovenstaande verbindingen verschillen onderling sterk in giftigheid (toxiteit), accumulerende eigenschappen, afbreekbaarheid en fysisch-chemische eigenschappen. Door deze twee laatste aspecten is ook de verplaatsing in de bodem in hoge mate verschillend.
    klik hier om naar boven te gaan



     

    De kans op aantreffen van bodemverontreiniging per bedrijfstak:


    klik hier om naar boven te gaan


     

    De kans op aantreffen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog:

    Aan de hand van provinciale en gemeentelijke archieven en bronnen als luchtfoto’s kunnen experts achterhalen of er oorlogshandelingen plaats hebben gevonden in het gebied waar gebouwd moet worden. Als uit zo'n vooronderzoek is gebleken dat er een kans bestaat dat er conventionele explosieven aanwezig zijn, dan wordt er een projectgebonden risicoanalyse gemaakt om te bepalen hoe ze het beste kunnen worden gedetecteerd en verwijderd.

    Maar dat wil niet zeggen, dat er iets ligt. Je kunt ook gewoon pech hebben.
    klik hier om naar boven te gaan



     

    Het saneren van verontreinigde grond:

    Pas aan het begin van de jaren tachtig begon de Nederlandse overheid zich druk te maken over de gevolgen van bodemverontreiniging.
    De aanleiding daarvoor was het gifschandaal in Lekkerkerk. Daar was een nieuwbouwwijk van driehonderd woningen gebouwd op zeer verontreinigde grond. Dit kwam pas aan het licht nadat een waterleidingbuis was aangetast door de werking van zeer agressieve chemische stoffen. De kosten om de grond te laten reinigen bedroegen bijna tweehonderd miljoen euro.
    Later kwamen ook andere schandalen aan het licht, zoals de verontreiniging van de Coupépolder in Alphen aan den Rijn en de bodemvervuiling in het Griftpark te Utrecht.

    Er zijn in principe twee manieren waarop sanering kan plaatsvinden, namelijk door de verontreiniging te verwijderen of door de verontreiniging zodanig te isoleren dat het risico tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht.

    Het verwijderen van de verontreiniging:

    Het verwijderen van een verontreiniging kan in principe via één of meer van de volgende methoden plaatsvinden:
    • de grond laten liggen en in situ behandelen;
    • het grond- en afvalwater behandelen;
    • de grond afgraven, ter plaatse behanelen en terugstorten;
    • de grond afgraven en elders behandelen
    • de grond afgraven en elders storten of tijdelijk opslaan.
    Als behandelingstechnieken komen in aanmerking:     neutralisatie, biologische behandeling, vloeistofextractie, (electro)chemische ontleding, warmtebehandeling en verbranding.

    Het isoleren van de verontreiniging:

    Met behulp van civieltechnische constructiemiddelen is het mogelijk om er voor te zorgen dat er geen watertransport zowel in verticale als in horizontale richting, met de in de grond aanwezige verontreinigingen, kan optreden Er dienen dan damwanden en afsluitende lagen, die nagenoeg ondoorlatend zijn, te worden aangebracht.


     


    Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
    dd: 04-01-2018

     

     
    klik hier om naar boven te gaan