Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Het burenrecht.
Het burenrecht regelt de verplichtingen en rechten tussen de eigenaars van naburige, d.w.z. aan elkaar grenzende erven. Feitelijk is het niets anders dan het wettelijk regelen van reeds lang bestaande toestanden, waarbij er naar gestreefd is dat alle eigenaars zoveel mogelijk de vrije beschikking over hun eigendom blijven bezitten, zonder dat aan één meer toegestaan is dan een ander.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
bomen en heggen;
afscheiding en afsluiting;
licht en uitzicht;
gootrecht;
gevaar en hinder;
het ladderrecht;
uitwegen en buurwegen;
scheidsmuren;
Burgerlijk Wetboek Boek 5, Zakelijke rechten Titel 4. Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven + Titel 5. Mandeligheid
bron: http://www.wetboek-online.nl
bron afbeeldingen Rechten en wetten in de bouw (J.A.Remmits 1974)
Let op! De afbeeldingen zijn gemaakt voor de BW wijzing van 1992.
Bomen en heggen:
Artikel 42
1 Het is niet geoorloofd binnen de in lid 2 bepaalde afstand van de grenslijn van eens anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is.
2 De in lid 1 bedoelde afstand bedraagt voor bomen twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de heesters en heggen een halve meter, tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten.
3 De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van bomen, heesters of heggen die niet hoger reiken dan de scheidsmuur tussen de erven.
4 Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van de schade, ontstaan na het tijdstip waartegen tot opheffing van die toestand is aangemaand.
Artikel 43 Onder muur wordt in deze en de volgende titel verstaan iedere van steen, hout of andere daartoe geschikte stof vervaardigde, ondoorzichtige afsluiting.
Artikel 44
1 Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen.
2 Degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toeëigenen.
Artikel 45
Vruchten die van de bomen van een erf op een naburig erf vallen, behoren aan hem wie de vruchten van dit laatste erf toekomen.
Let op!
Het is jammer om in een kleine tuin een boom te planten die veel te groot wordt en uiteindelijk toch zal moeten wijken.
Voor een kleine tuin zijn breed groeiende soorten als eik, beuk, noot echt niet geschikt. Maar gelukkig zijn er talloze andere soorten waar je wel uit kunt kiezen.
Alleen met toestemming van de buren is dichter op de erfgrens plaatsen van bomen, heesters en heggen geen probleem.
Die toestemming heeft overigens pas werking tegenover latere buren als die toestemming via de notaris als erfdienstbaarheid wordt gevestigd en wordt geregistreerd bij het kadaster.
NB: door verjaring (20 jaar) kan een boom binnen de 2 meter van de erfgrens rechtmatig blijven staan.
Is die toestemming er niet dan kan de nabuur er zich tegen verzetten indien deze hoger is dan de 2 meter van de toegestane scheidsmuur tussen de erven. De boom moet dan wel lucht, licht (geen zonlicht) of uitzicht ontnemen, alvorens hij/zij de rechter kan vragen om een machtiging tot verwijdering.
Ook een boom die op de juiste afstand staat of in overleg met de buren geplant is kan overlast veroorzaken, bijvoorbeeld door overhangende takken.
Grote bomen kunnen een buurtuin overschaduwen of met hun wortels de omliggende bebouwing ondermijnen.
Heeft de buurman problemen door de boom, dan kun je de kroon van de boom uitdunnen of de doorgroeiende wortels afsteken;
let er wel op dat de boom stabiel blijft staan.
Vallende bladeren zijn in de herfst voor menig persoon een grote ergernis, maar vallende bladeren zijn volgens de wet normale hinder en dus niet onrechtmatig ,ze moeten derhalve geduld worden.
voor uitgebreide kennis omtrent wetten en regels waarin bomen betrokken zijn zie de site van http://www.bomenrecht.nl
Afscheiding en afsluiting:
Artikel 46
De eigenaar van een erf kan te allen tijde van de eigenaar van het aangrenzende erf vorderen dat op de grens van hun erven behoorlijk waarneembare afpalingstekens gesteld of de bestaande zo nodig vernieuwd worden. De eigenaars dragen in de kosten hiervan voor gelijke delen bij.
Artikel 47
1 Indien de loop van de grens tussen twee erven onzeker is, kan ieder der eigenaars te allen tijde vorderen dat de rechter de grens bepaalt.
2 In geval van onzekerheid waar de grens tussen twee erven ligt, geldt niet het wettelijk vermoeden dat de bezitter eigenaar is.
3 Bij het bepalen van de grens kan de rechter naar gelang van de omstandigheden het gebied waarover onzekerheid bestaat, in gelijkwaardige of ongelijkwaardige delen verdelen dan wel het in zijn geheel aan een der partijen toewijzen, al dan niet met toekenning van een schadevergoeding aan een der partijen.
Artikel 48
De eigenaar van een erf is bevoegd dit af te sluiten.
Artikel 49
1 Ieder der eigenaars van aangrenzende erven in een aaneengebouwd gedeelte van een gemeente kan te allen tijde vorderen dat de andere eigenaar ertoe meewerkt, dat op de grens van de erven een scheidsmuur van twee meter hoogte wordt opgericht, voor zover een verordening of een plaatselijke gewoonte de wijze of de hoogte der afscheiding niet anders regelt.
De eigenaars dragen in de kosten van de afscheiding voor gelijke delen bij.
2 Het vorige lid is niet toepasselijk, indien een der erven een openbare weg of een openbaar water is.
noot!
Hetgeen niet wil zeggen, dat een dergelijke scheidsmuur (zie foto) verplicht is.
(Meer variatie in bebouwd gebied zou welkom zijn.)
zie het onderwerp historisch straatmeubilair (grenspalen) van het onderdeel "Straatmeubilair".
zie ook het onderdeel "Hekken, etc".
Licht en uitzicht:
Artikel 50
1 Tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven, is het niet geoorloofd binnen twee meter van de grenslijn van dit erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben, voor zover deze op dit erf uitzicht geven.
2 De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van zodanige openingen of werken, indien zijn erf een openbare weg of een openbaar water is, indien zich tussen de erven openbare wegen of openbare wateren bevinden of indien het uitzicht niet verder reikt dan tot een binnen twee meter van de opening of het werk zich bevindende muur. Uit dezen hoofde geoorloofde openingen of werken blijven geoorloofd, ook nadat de erven hun openbare bestemming hebben verloren of de muur is gesloopt.
3 De in dit artikel bedoelde afstand wordt gemeten rechthoekig uit de buitenkant van de muur daar, waar de opening is gemaakt, of uit de buitenste naar het naburige erf gekeerde rand van het vooruitspringende werk tot aan de grenslijn der erven of de muur.
4 Wanneer de nabuur als gevolg van verjaring geen wegneming van een opening of werk meer kan vorderen, is hij verplicht binnen een afstand van twee meter daarvan geen gebouwen of werken aan te brengen die de eigenaar van het andere erf onredelijk zouden hinderen, behoudens voor zover zulk een gebouw of werk zich daar reeds op het tijdstip van de voltooiing van de verjaring bevond.
5 Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van schade, ontstaan na het tijdstip waartegen opheffing van die toestand is aangemaand.
Artikel 51
In muren, staande binnen de in het vorige artikel aangegeven afstand, mogen steeds lichtopeningen worden gemaakt, mits zij van vaststaande en ondoorzichtige vensters worden voorzien.
noot!
Onderstaande artikel 693 en 694 uit het "oude" Burgerlijke Wetboek van voor 1992 betreffende vensters in eigen muur gelegen op een erfscheiding zijn komen te vervallen.
Artikel 693
1 De eigenaar van eenen muur die niet gemeen is, en waartegen het erf van eenen anderen onmiddellijk aanligt, mag in dien muur lichten of vensters maken van digte ijzeren tralien voorzien,
en met vaststaande ramen.
2 De tralien zullen, ten hoogste, één palm tusschenruimte de eene van de andere mogen hebben.
Artikel 694
Deze vensters of openingen mogen niet lager gemaakt worden dan vijf en twintig palmen boven den vloer of grond der kamer, welke men verlichten wil, indien dezelve met de straat
gelijkvloers is, en niet lager dan twintig palmen boven den vloer, voor hogere verdiepingen.
Gootrecht:
Artikel 52
1 Een eigenaar is verplicht de afdekking van zijn gebouwen en werken zodanig in te richten, dat daarvan het water niet op eens anders erf afloopt.
2 Afwatering op de openbare weg is geoorloofd, indien zij niet bij de wet of verordening verboden is.
Artikel 53
Een eigenaar is verplicht er voor te zorgen dat geen water of vuilnis van zijn erf in de goot van eens anders erf komt.
Let op! Rioleringen zijn ook goten.
Rioleringen liggen echter onder de grond ,de meeste mensen weten niet waar en er kan een erfdienstbaarheid op rusten.
Naaststaande oplossing, welke bouwkundig niet aan te bevelen is, is alleen toegestaan als beide panden van één eigenaar zijn.
In alle andere gevallen moet volgens het Burenrecht de een, een bakgoot hebben op de muur, en de ander een verholen goot naast de muur.
In theorie moeten er tevens twee afzonderlijke vergaarbakken zijn, tenzij zij gezamelijk gebruik maken van een vergaarbak precies op de erfscheiding.
zie ook het onderdeel "Dakgoten".
Gevaar en hinder:
Artikel 54
1 Is een gebouw of werk ten dele op, boven of onder het erf van een ander gebouwd en zou de eigenaar van het gebouw of werk door wegneming van het uitstekende gedeelte onevenredig veel zwaarder benadeeld worden dan de eigenaar van het erf door handhaving daarvan, dan kan de eigenaar van het gebouw of werk te allen tijde vorderen dat hem tegen schadeloosstelling een erfdienstbaarheid tot het handhaven van de bestaande toestand wordt verleend of, ter keuze van de eigenaar van het erf, een daartoe benodigd gedeelte van het erf wordt overgedragen.
2 Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing, wanneer een gebouw of werk na verloop van tijd over andermans erf is gaan overhellen.
3 De vorige leden zijn niet van toepassing, indien dit voortvloeit uit een op de wet of rechtshandeling gegronde verplichting tot het dulden van de bestaande toestand of indien de eigenaar van het gebouw of werk ter zake van de bouw of zijn verkrijging kwade trouw of grove schuld verweten kan worden.
Artikel 55
Indien door een dreigende instorting van een gebouw of werk een naburig erf in gevaar wordt gebracht, kan de eigenaar van dat erf te allen tijde vorderen dat maatregelen worden genomen teneinde het gevaar op te heffen.
Het ladderrecht:
Iedereen heeft er eigenlijk wel eens mee te maken: je hebt een ladder nodig om onderhoud aan je woning uit te voeren, bladeren uit de dakgoot te halen of ramen te zemen. En dan moet je ook nog gebruik maken van het erf van de buren om die ladder te kunnen plaatsen.Het begrip ‘ladderrecht’ is als zodanig niet meer opgenomen in de tekst van het Burgerlijk Wetboek, maar het recht om andermans erf te mogen gebruiken en betreden bestaat nog wel.
Het gaat niet alleen om gebruik van de grond van een ander, maar ook gebruik van het gebouw van de naburige eigenaar valt onder de werking van dit
artikel.
Voor de hand liggende vormen van gebruik zijn bouwgerelateerde werkzaamheden, zoals het plaatsen van ladders, bouwsteigers en voorzieningen om de
bouw mogelijk te maken. Daarbij kan zelfs gedacht worden aan het aanleggen van (tijdelijke) bouwwegen, voor het aanvoeren van materieel en materialen.
Ook het (tijdelijk) verplaatsen van bouwwerken kan onder omstandigheden van de nabuur gevergd worden.
Artikel 5:56 BW
Wanneer het voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak noodzakelijk is van een andere onroerende zaak tijdelijk
gebruik te maken, is de eigenaar van deze zaak gehouden dit na behoorlijke kennisgeving en tegen schadeloosstelling toe te staan, tenzij er voor deze
eigenaar gewichtige redenen bestaan dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen.
Het gebruik van het perceel van de buren moet wel echt noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden. Als er een alternatieve werkwijze / bouwwijze voorhanden
is, zonder dat hieraan zeer bezwaarlijke obstakels of hoge kosten aan verbonden zijn, moet daar voor gekozen worden.
Uitwegen en buurwegen:
Artikel 57
1 De eigenaar van een erf dat geen behoorlijke toegang heeft tot een openbare weg of een openbaar vaarwater, kan van de eigenaars van de naburige erven te allen tijde aanwijzing van een noodweg ten dienste van zijn erf vorderen tegen vooraf te betalen of te verzekeren vergoeding van de schade welke hun door die noodweg wordt berokkend.
2 Indien zich na de aanwijzing van de noodweg onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor die weg een grotere last aan de eigenaar van het erf veroorzaakt dan waarmee bij het bepalen van de in lid 1 bedoelde vergoeding was gerekend, kan de rechter het bedrag van de vergoeding verhogen.
3 Bij de aanwijzing van de noodweg wordt rekening gehouden met het belang van het ingesloten erf, dat langs die weg de openbare weg of het openbare water zo snel mogelijk kan worden bereikt, en met het belang van de bezwaarde erven om zo weinig mogelijk overlast van die weg te ondervinden. Is een erf van de openbare weg afgesloten geraakt, doordat het ten gevolge van een rechtshandeling een andere eigenaar heeft gekregen dan een vroeger daarmee verenigd gedeelte dat aan de openbare weg grenst of een behoorlijke toegang daartoe heeft, dan komt dit afgescheiden gedeelte het eerst voor de belasting met een noodweg in aanmerking.
4 Wanneer een wijziging in de plaatselijke omstandigheden dat wenselijk maakt, kan een noodweg op vordering van een onmiddellijk belanghebbende eigenaar worden verlegd.
5 Een noodweg vervalt, hoelang hij ook heeft bestaan, zodra hij niet meer nodig is.
Artikel 58
1 De eigenaar van een erf die water dat elders te zijner beschikking staat, door een leiding wil aanvoeren, kan tegen vooraf te betalen of te verzekeren schadevergoeding van de eigenaars der naburige erven vorderen te gedogen dat deze leiding door of over hun erven gaat.
2 De laatste vier leden van het vorige artikel vinden daarbij overeenkomstige toepassing.
Artikel 59
1 Wanneer de grens van twee erven in de lengterichting onder een niet bevaarbaar stromend water, een sloot, gracht of dergelijke watergang doorloopt, heeft de eigenaar van elk dier erven met betrekking tot die watergang in zijn gehele breedte dezelfde bevoegdheden en verplichtingen als een mede-eigenaar. Iedere eigenaar is verplicht de op zijn erf gelegen kant van het water, de sloot, de gracht of de watergang te onderhouden.
2 Iedere eigenaar is gerechtigd en verplicht hetgeen tot onderhoud daaruit wordt verwijderd, voor zijn deel op zijn erf te ontvangen.
3 Een door de eigenaars overeengekomen afwijkende regeling is ook bindend voor hun rechtverkrijgenden.
Scheidsmuren:
Artikel 62
1 Een vrijstaande scheidsmuur, een hek of een heg is gemeenschappelijk eigendom en mandelig, indien de grens van twee erven die aan verschillende eigenaars toebehoren, er in de lengterichting onderdoor loopt.
2 De scheidsmuur die twee gebouwen of werken, welke aan verschillende eigenaars toebehoren, gemeen hebben, is eveneens gemeenschappelijk eigendom en mandelig.
Artikel 65
Mandelige zaken moeten op kosten van alle mede-eigenaars worden onderhouden, gereinigd en, indien nodig, vernieuwd.
Artikel 67
1 Iedere mede-eigenaar mag tegen de mandelige scheidsmuur aanbouwen en daarin tot op de helft der dikte balken, ribben, ankers en andere werken aanbrengen, mits hij aan de muur en aan de door de muur bevoegdelijk daarmee verbonden werken geen nadeel toebrengt.
2 Behalve in noodgevallen kan een mede-eigenaar vorderen dat, vóór de andere mede-eigenaar begint met aanbrengen van het werk, deskundigen zullen vaststellen op welke wijze dit kan geschieden zonder nadeel voor de muur of voor bevoegd aangebrachte werken van de eerst vermelde eigenaar.
Artikel 68
Iedere mede-eigenaar mag op de mandelige scheidsmuur tot op de helft der dikte een goot aanleggen, mits het water niet op het erf van de andere mede-eigenaar uitloost.
Artikel 69 De artikelen 64, 65, 66 lid 2, 67 en 68 vinden geen toepassing voorzover een overeenkomstig artikel 168 van boek 3 getroffen regeling anders bepaalt.
Let op!
E.e.a. is niet zo rechtlijnig als de theoretici van het Burenrecht ons deden/doen geloven.
Ten tijde van de bouw van deze twee woningen door twee verschillende eigenaren, ongeveer een eeuw geleden, maakte men zich niet zo druk om wat er in de poort volgens het Burenrecht moest gebeuren.
De fundering is niet eenzijdig uitgevoerd. Waarom zou je ?
En de goot hangt echt boven het terrein van de buren, maar zo lang zijn zij niet.
Het water werd wel aan beide zijden opgevangen en afgevoerd, maar dat werd gebruikt voor de was, de tuin en het varken. Het riool was gescheiden, doch dat had meer met de plaats van de beerput te maken.
Notarieel vastleggen van dit soort zaken was echt niet standaard en dat is het nu nog steeds niet. Tenzij je ruzie hebt met de buren.