Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
De ingang van de woning.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
algemeen;
afmetingen;
de voordeur;
in of nabij de (voor)deur;
hal betimmering;
Algemeen:
Onder de ingang van een woning verstaat men de voorruimte (gang, vestibule, hal of portaal) die toegang geeft tot de vertrekken van een huis.
Een portaal (portiek) dat aan de binnen- of buitenkant rondom de buitendeur kan zijn gebouwd dient te voorkomen dat bij het openen van de deur tocht in de gang of hal ontstaat.
Zit het portaal binnen dan wordt die ook wel tochtsluis of (als er ook jassen worden opgehangen) vestibule genoemd.
De hier genoemde vestibule is vaak iets breder i.v.m. meterkast, eventuele watermeterput, kapstok, etc.
Naast de genoemde kapstok kan men tot het verdere in de vestibule te plaatsen meubilair rekenen een spiegel, waarvoor de binnenkomende een weinig toilet kan maken, en indien gewenst een eenvoudig wandkastje voor het opbergen van een borstel of kam.
In oude vooroorlogse woningen ontbreekt de meterkast meestal. De watermeter zit meestal in een put nabij de voordeur, de electrameter zit ergens op ooghoogte en de gasmeter hangt daar waar hij niet in de weg zat.
Sinds de na-oorlogse grootschalige bouw is alles meer genormaliseerd en thans aan strikte regels onderworpen.
de meterkast
Heeft de gang (met of zonder vestibule) een vierkante vorm dan noemt men deze een hal. Is de ingang daarentegen inpandig of eenvoudig van vorm dan noemt men het een portaal.
In de onmiddelijke nabijheid van de entree (vestibule indien aanwezig) bevindt zich meestal de wc.
In oude vooroorlogse woningen zijn de toiletten geplaatst met de pot richting de deur. Daardoor zijn deze toiletruimten zeer klein, vooral als men de stortbak heeft vervangen door een laag staand reservoir.
Zie onderstaande plattergronden (let ook op het verschil in grootte tussen begane grond en verdieping)
Door plaatsing van de deur in de lange zijde van een toilet is deze beter toegankelijk voor bezoekers met een rolstoel en/of rollator. De gebruiker kan hier gemakkelijker de overstap van rolstoel naar toiletpot maken.
De toiletdeur van een standaardtoiletruimte kan echter niet door een rolstoelgebruiker gesloten worden.
Bij een ontwerp dient hiermee rekening te worden gehouden.
sanitair en bouwbesluit, etc.
bron bovenstaande plattegronden: zeventig jaren woningwet: huizen, plannen, voorschriften (uitgave Plan 11 1972)
standaard typologie huidige woonvorm plattegronden;
Afmetingen:Voor de toegang tot de woning zijn via het Bouwbesluit de minimale afmetingen voorgeschreven waaraan moet worden voldaan. Zie naaststaand figuur. groene maatvoering:
rode maatvoering:
De maat van 900 betreft een vrije doorgangsbreedte voor één richtingsverkeer. Als je eist dat je elkaar (de rolstoel) moet kunnen passeren is 1200 de minimale maat
Hou bij een centrale verwarming rekening met de hiervoor benodigde diepte maatvoering. Deze extra maatvoering komt bovenop de minimale maatvoering zoals hier getekend. |
De voordeur:
(bron: bouwkundeboek prof. Wattjes)
Afmetingen:
De minimale afmetingen van de opening welke ontstaat bij een deur in geopende stand moet voor nieuwbouw volgens het Bouwbesluit 2003 850x2300 mm bedragen.Een breedtemaat van 850 bereik je alleen bij draaideuren welke 180° kunnen worden opgeopend en bij schuifdeuren. Een deurbreedte van 930 is derhalve meestal thans de minimale maat.
Uit handboek voor toegankelijkheid:
handgreep/deurduwer goed omgrijpbaar en los van deur (1050+ vloer)Overbrugging hoogteverschil:
In een toegankelijkheidssector (b.v. de voordeur) moet een groter hoogteverschil dan 20 mm worden overbrugd met een hellingbaan. Bij een woning of woongebouw mag echter geen hellingbaan worden toegepast om een toegankelijksheidssector vanaf het aansluitende terrein te kunnen bereiken
De achter de deur liggende vloerbedekking is mede bepalend voor de toegestane hoogte van de dorpel.
Om struikelgevaar te voorkomen is het gewenst om deze vloerbedekking (borstelmatten, schoonloop vloerbedekking, etc.) verdiept of van dorpel tot dorpel te leggen.
(Situatie Franeker centrum)
Dit soort stoepjes voor de voordeur zijn thans niet meer toegestaan, tenzij het vrije vloeroppervlak achter de deur voldoende groot is.
Doch bedenk wel; Het gaat altijd ten koste van de toegankelijkheid.
voor de huidige normen betreffende de thermische isolatie eisen en de luchtdichtheid van voordeuren het subonderwerp "Algemeen" van het onderwerp "Buitenkozijnen, ramen en deuren"
behorende bij het onderdeel "kozijnen - buitenkozijnen".
In of nabij de (voor)deur:
- een raampje of zijlicht
- een huisnummer
uit handboek voor toegankelijkheid:
aan handgreepzijde naast voordeur (1600 + vloer)
in contrasterende kleuren met voelbare cijfers - een naambordje
- een huisbel
uit handboek voor toegankelijkheid:
aan handgreepzijde naast voordeur (tussen de 900 en 1200+ vloer)
als tuimelschakelaar met oppervlak >1000 mm2 in contrasterende kleur - een deurtelefoon
- een brievenbus het onderdeel brievenbus
- verlichting voor de donkere avond/nacht
Voor de deur bij voorkeur een stalen vloerrooster (verdiept in vloer aangebracht) of voetzoolkrabber.
Indien gewenst en mogelijk:
De bezoeker moet buiten voor de deur (indien mogelijk) beschermd worden tegen regen en wind d.m.v.- een luifel
- een portiek
- een glazen wandje
- etc.
Hal betimmering:
In woonhuizen zoals die van bovenstaande plattegronden kwamen geen lambrizeringen voor. De wanden werden voorzien van glad schuurwerk die jaarlijks werden gewit.Het onderste gedeelte van de gang, daar waar men langs liep werd afwasbaar gemaakt met een glimmend bobbelig pleisterwerk betonemaille genaamd.
In herenhuizen, etc werd de gang veelal voorzien van een natuursteen lambrizering en/of natuursteenbeschildering.
In landhuizen was een betimmering gebruikelijk. Zie onderstaand voorbeeld.
(bron: bouwkundeboek prof. Wattjes)
Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 27-06-2015
extra informatie behorende bij: | Algemeen: |