Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Houten wandbetimmering.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
houtsoorten
aanbrengen schrootjesbetimmering;
bron: HVI 1974
Droogtegraad houten sponningschrootjes:
Hout eerst laten acclimatiseren om krimping tot het minimum te beperken.Krimping gaat door tot evenwichtstand is bereikt.
Acclimatiseren op plaats van gebruik of kunstmatig gedroogde profielen, verpakt in plastic folie, gebruiken.
Algemeen:
In verband met een eventuele oppervlak afwerking de schroten van te voren goed glad schuren en goed letten op de kleur en structuur van het hout.Bij zichtbare verschillen vooraf sorteren en over een wand verdelen.
Oppervlakteafwerking:
De schroten kunnen worden afgewerkt met een vernis. Dit vraagt vrijwel geen onderhoud.Sommige hardhoutsoorten zijn ook erg mooi bij afwerking met was. Ook kan men hout onbehandeld laten, hoewel het dan eerder vuil zal worden.
Door zonlicht verkleuren alle houtsoorten enigszins. Vuren en grenen worden daartom vaak afgewerkt met een transparante kleurbeits.
De oppervlakteafwerking in een badkamer vraagt om een goed "ademend" product, bijvoorbeeld een transparante buitenbeits.
Aanbrengen schrootjesbetimmering:
Een verticale betimmering maakt dat een ruimte hoger lijkt, een horizontale dat hij langer lijkt. Met die optische invloed dient men rekening te houden.Verticale betimmering:
Men brengt de schrootjes zo aan dat de groefzijde van het licht af komt te zitten. Dit om te voorkomen dat men kleine oneffenheden door het werken van het hout teveel ziet.Horizontale betimmering:
Bij een horizontale betimmering moet de groefzijde naar beneden zijn gericht om stofophopingen te voorkomen.Onderconstructie:
De afstand tussen de regels bedraagt bij niet te dunne schroten 50 à 60 cm.Als de te bekleden muur vochtig is dan is het verstandig om de ruimte tussen de muur en de schroten te ventileren.
Bij ongeisoleerde buitenmuren is een binnenisolatie en een dampremming tegenwoordig een must.
Onderzijde verticale schroten:
Voor de beëindiging van de schroten op een plint zie figuur 3b