Stacaravans, Tiny House, etc.: Bouwkundig detailleren

Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Stacaravans, Tiny Houses, etc.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;
van sleurhut tot stacaravan;
mijn recreatiewoning;
tiny houses;

wie klein woont, moet slim en creatief zijn;

Algemeen:

Door de toenemende na-oorlogse welvaart nam de bouw van steeds grotere eengezinswoningen toe,
(

het verschil tussen de wederopbouwperiode en de woningbouw in 2016 bij de subonderwerpen
van het onderwerp "woningvormtype" behorende bij dit onderdeel.)
terwijl daarnaast (om dezelfde redenen) het aantal samenwonenden en daardoor de bewoningsgraad daalde.

Maar wat moet je met zo'n huis, als je alleen maar achter je laptop zit.

Maar ook de tuin rondom het huis werd, door de afnemende minimale voorschriften voor de gesubsidieerde sociale woningbouw kleiner en kleiner.
Als eerste verdween de moesstuin achter het huis en vervolgens werd het houden van dieren voor de consumptie in stedelijk gebied verboden.
Voor mensen met groene vingers bleef een volkstuin als enige optie over.
( het onderwerp "De volkstuin" behorende bij het onderdeel "ontwerpelementen - exterieur divers.")

Maar ook bij de stapelbouw werden de buitenruimten (balkons) kleiner waardoor men, indien financieel mogelijk, meer en meer zijn buiten zocht in een tijdelijk verblijf op een recreatieterrein ofwel een vakantiepark.

Van sleurhut tot stacaravan:

Een woonwagen was een woning op wielen welke getrokken werd door een paard.
Mensen met een beroep die voortdurend moesten reizen (zoals rondtrekkende handelaren, ketellappers, scharenslijpers, kemisexploitanten en hun medewerkers, maar ook landarbeiders, turfstekers en dagloners die rond 1850 door de mechanisering niet meer aan de kost kwamen en daarom van plaats naar plaats begonnen te trekken) woonden er permanent in.

Nadat de auto de trektaak van het paard had overgenomen kwam de caravan als verplaatsbare woning en vedween de woonwagen.

In de 19e eeuw was er nog geen landelijke regeling voor deze nomadische levenswijze, maar na de invoering van de Woningwet in 1901 kwam er in 1918 ook een Woonwagenwet waar voor het eerst eisen gesteld aan de woonwagen waarin men woonde en de aan hierbij behorende levenswijze.
De vrijheid om de wagen overal neer te zetten verviel hiermee, maar ook het (formele) wegjagen.
In 1968 werden rondtrekkende reizigers gedwongen om in centra te gaan wonen die meestal op afgelegen plekken buiten de bebouwde kom lagen. en kwam er een woonwagenwet die opkwam voor de belangen van deze woonwagenbewoners.

Maar voor de meeste mensen was, toen na de oorlog de vacantiegewoonten door de toenemende welvaart veranderde, deze caravan als tijdelijk verblijf de vervanger van een kampeertent waarin men van de ene naar de andere plek trok.

Maar waar mag je kamperen?
Zonder toestemming van de landeigenaar eigenlijk nergens.
Vakantiegangers reizen daarom naar een kampeerterrein waar zij voor hun caravan een staanplaats huurden.
Het aantal vakantieparken nam hierdoor dan ook rap toe.

Tijdens de oliecrisis van 1973 gingen veel caravanbouwers failliet en leek de caravanproductie in te storten.
De overgebleven caravanfabrikanten ontwikkelden echter lichtere en compactere caravans, waardoor de productie weer opliep en de caravan zich ontwikkelde tot de geavanceerde sleurhut die het vandaag de dag nog steeds is.

Caravans die zo groot zijn dat ze niet achter een auto over de weg vervoerd kunnen en mogen worden, worden stacaravans genoemd.
Deze recreatiewoningen, met een maximale grootte van 40 m², worden door een transportbedrijf op hun staanplaats afgeleverd, alwaar ze meestal permanent blijven staan.

Volgens het Besluit omgevingsrecht is het plaatsen van een op de grond staand bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf op een camping en/of recreatiepark vergunningvrij.

Een bouwvergunning is, ook als er een zitruimte met afdak naast geplaatst wordt, dus niet nodig.

Mijn recreatiewoning:

Hoogwaardige isolatie, dubbel glas, en warmtevoorzieningen middels een centrale verwarming of een airco kunnen er voor zorgen dat ook in een standaard winter de stacaravan te gebruiken is.
Maar als je het hele jaar ergens op een vaste plaats verblijven wil is een vakantiehuisje ook een optie.
Maar hiervoor is echter wel een bouwvergunning nodig. Tenzij je een reeds bestaande koopt

Voorbeeld: vakantiehuis te Rohel in 2004.

Plattegrond oorspronkelijke situatie:

Het vakantiehuisje bestaat uit twee afzonderlijke bouwdelen. Het onderste gedeelte op de plattegrond is het oudste en was bouwkundig in zeer slechte staat. Het andere deel naderhand er tegen aangebouwd was wel in goede staat.

Aangetroffen gebreken oudste bouwdeel:

Houten gevel gefundeerd met badding op spoorbielzen.

Geen goten daarom dak- en gevelwater, via de baddings rechtstreeks in contact met de daarop liggende houten begane grond vloer, hierdoor bruinrot.

Underlayment vloerplaat bedekt met linoleum waardoor extra schimmelvorming.

Begane grond vloer te licht uitgevoerd. Door doorbuiging lekkage bij douche.

Constant condens op ongeisoleerde koperen waterleiding.

De hieraan uitgevoerde werkzaamheden:

Onderdetail houten gevel met badding op spoorbielzen aangepast met extra fundering van oude daar aanwezige terras troittoirtegels en nieuwe dragende gevelbetimmering gekoppeld aan de bestaande gevelbetimmering.

Goten op de nieuwe buitenbekleding aangebracht welke lozen op de naastgelegen sloot.

Het rechter raam (op de gevelaanzicht in het linkerdeel) door een deur vervangen, zodat het terras dat door de latere uitbreiding niet meer gebruikt weer van binnenuit bereikbaar werd.

rohel rohel

De overkapte bergruimte aan de slootzijde heb ik vervangen door een verlenging van de nieuw aangebrachte gevelbetimmering waardoor de ruimte achter het huisje, naast de sloot, van beide zijden weer bereikbaar werd.

aanpassing gevelopbouw

foto's aanpassing gevelopbouw:

Tiny Houses:

Een Tiny House is een nieuwe woonvorm met een duidelijke onderliggende filosofie, welke in de Verenigde Staten door problemen aldaar op de huizenmarkt in 2007 is ontstaan.

Door deze sociale en architecturale (tiny-house movement)beweging kwam ook hier het wonen in kleine huizen met een vloeroppervlak van maximaal 50 m² met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk en de daardoor aanzienlijk lagere bouw- en vaste kosten weer onder hernieuwde aandacht te staan.

Dit lijkt klein, maar was rond 1950 de woningbouwstandaard voor gezinnen met meerdere kinderen.
hiervoor de toenmalige Voorschriften en Wenken bij het subonderwerp "Woningbouwnormering na 1950"
van het onderwerp "Woningvorm typologie" behorende bij dit onderdeel."

De minimale grootte van de woonoppervlakte van een dergelijke vrijstaande tiny house, welke bedoeld zijn voor permanente bewoning, is echter wel afhankelijk van de bestaande bouwvoorschriften waarin de criteria waaraan een woning moet voldoen, zoals het minimale aantal vierkante meters aan woonruimte, hoe breed de toegang moet zijn en hoe steil de trap mag zijn, etc., staan opgesomd.

Deze wetgeving houdt echter geen rekening de hier bedoelde alternatieve vormen van micro-wonen. Maar er mag wel van die eisen worden afgeweken als men schriftelijk kan aantonen dat het alternatief minstens evenwaardig is aan de vastgelegde specifieke eisen.

Desalniettemin krijgen tiny houses in de praktijk moeilijk een vergunning, doordat ze te weinig woonoppervlakte bieden per bewoner of niet voldoen aan de minimale isolatienormen.

Er zijn twee soorten Tiny Houses te onderscheiden: verplaatsbare en niet-verplaatsbare Tiny Houses.

Verplaatsbare Tiny Houses zijn meestal gebouwd op wielen en zijn daardoor juridisch vergelijkbaar met een caravan en mogen dus alleen staan op grond waar volgens het bestemmingsplan alleen gerecreëerd oftewel vakantie gevierd mag worden.

Wie klein woont, moet slim en creatief zijn:

Een klein huisje moet naast een gezellige inrichting minimaal ruimte bieden aan een slaapplaats (bed, etc) een keukentje met gootsteen, koelkastje en kookplaat, een verwarmingselement zoals b.v. een kachel en de nodige minimale bergruimte.

Tot in de 16e eeuw was de kist het belangrijkste meubelstuk in huis.
Deze kist speelde een voorname en veelzijdige rol, allereerst als bergmeubel, maar ook als zitmogelijkheid. Van alles werd in kisten bewaard, niet alleen kleding, linnengoed en boeken, maar ook geld (het gezegde "Op zijn geld zitten" komt hier vandaan), kostbaarheden en voedsel.
het onderwerp "(Op)bergmeubelen" behorende bij het onderdeel "ontwerpelementen - meubels."

Een mens is echter een verzamelaar, m.a.w. hoe meer ruimte hoe meer spullen.
Koop dus geen dingen die je niet gebruikt en plaats alles daar waar het hoort.

Maar bij een tekort aan opobergruimte is enige creativiteit wel vereist: want er is meer onbenutte ruimte dan je in eerste instantie bedenkt.

Extra bergruimte in woningen: (bron tekst: Interieurontwerp - kleinere woningen (LOI 1978))
Zaken die we niet regelmatig of direct nodig hebben, kunnen we bergen in een onbelangrijk vertrekje. Om de hoeveelheid bergruimte te vermeerderen kan men, naast een grotere schuur, twee dingen doen, nl.: de aanwezige kasten groter maken, door een voorbouw aan te brengen, of het aantal kasten uitbreiden op plaatsen waar dit mogelijk is.

Tenzij er radiatoren staan kan het verbreden van vensterbanken zeer handig zijn voor het vormen van extra kastruimte. Men kan namelijk de ruimte onder de ramen benutten voor het aanbrengen van kastjes en laden.

Zo ook kan men door het verbreden van een schoorsteenboezem dergelijke ruimte winnen.

Ook verlaagde plafonds, die vooral in grote ruimten de intimiteit verhogen, kan men op eenvoudige wijze dienstbaar maken aan het bergen van zaken die men niet vaak nodig heeft.

Indien een schoorsteen buiten gebruik is gekomen, b.v. doordat men een centrale-verwarmingsinstallatie heeft doen aanbrengen, en men kan deze schoorsteen niet afbreken, dan kan men de ruimte binnen de schoorsteenmantel eenvoudig tot bergruimte omvormen met behulp van enkele plankjes en een deurtje.

Zou het voorkomen dat men ergens een verhoogde vloer moet aanbrengen, dan spreekt het eigenlijk al vanzelf, mits de ruimte hoog genoeg is, dat men deze ook benut. Het eenvoudigste is dan in de vloer een luik aan te brengen of wel de gehele vloer of een gedeelte daarvan kleppend te maken.

Ook onder banken en bedden is extra opbergruimte, zonder veel technische problemen, mogelijk. Zoals laden op rolwieltjes onder een eigen gemaakt bed.

Voor de bedden zelf zijn ook nog diverse andere mogelijkheden.
Door ze bijvoorbeeld hoger te plaatsen kan de onderliggende ruimte ook worden benut voor andere doeleinden zoals een werkhoek.

Ook opklapbedden behoren bij de mogelijkheid, maar kijk wel uit, want slaapplaatsen stellen ook andere eisen.