Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Buitendeuren traditioneel.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;

opgeklampte achterdeuren;

voordeuren algemeen;

balkondeuren;



 

Algemeen:

bron tekst:    constructie van gebouwen door prof. J.G. Wattjes (1924)

In een gebouw, zelfs in een zeer klein gebouw komen in den regel een groot aantal verschillend ingerichte buitenkozijnen voor.
In de eerste plaats zijn steeds buitendeurkozijnen en buitenraamkozijnen aanwezig.

Bij de buitendeurkozijnen onderscheidt men het voordeurkozijn dat de hoofdtoegang tot 't gebouw is en in den regel naar een gang, trapportaal of tochtportaal voert;
de achterdeurkozijnen, die hetzij in een bergplaats of gang of in de keuken voeren;
en de glasdeurkozijnen die van den tuin, van terrassen of veranda's onmiddellilk toegang tot verschillende vertrekken geven, of die vertrekken op de verdieping onmiddellijk in verbinding met balcons, hoog gelegen terrassen of loggia's brengen.

De bovengenoemde kozijnen, komen bij woonhuizen voor.
Buitendeurkozijnen voor winkels, bergplaatsen, stallen, fabrieken e.d. stellen wederom geheel andere eischen.
De voordeurkozijnen van scholen, kantoorgebouwen en verschillende openbare gebouwen komen dikwijls wat de constructieve eischen betreft met die van woonhuizen overeen, doch eischen in den regel andere architectonische behandeling.

De constructie der glasdeurkozijnen heeft heel veel overeenkomst met die der draaiende ramen. Ook hier kan 't kozijn in de hoogte alleen door de glasdeuren worden gesloten of van vaste, tuimelende, kleppende of vallende bovenlichten en kalf worden voorzien.
De draaideuren kunnen enkel of dubbel zijn en naar buiten of naar binnen draaien.

De constructie der onderdorpels komt weer eenigszins met die der.buitendeurkozijnen overeen voor zoover de glasdeuren op den beganen grond zijn aangebracht, of wanneer zij van vertrekken van de verdieping naar balcons of terrassen met steenen vloeren voeren. Slechts moeten voor deze glasdeurkozijnen veel hoogere eischen, gesteld worden wat betreft de waterdichtheid en detochtvrijheid.
Een waterdichte en tochtvrije afsluiting tusschen den onderkant van de deuren kan beter door een houten dan door een natuursteenen onderdorpel verkregen worden.
Om die reden worden de onderdorpels van glasdeurkozijnen somstijds van hout uitgevoerd, vooral bij verdieping-glasdeuren die toegang geven tot balcons of terrassen die met zink of met cement-mastiek zijn afgedekt.
Deze houten onderdorpels worden somtijds met lood bekleed, terwijl ook somtijds onder de houten onderdorpels nog weer natuursteenen onderdorpels worden aangebracht.

afmetingen van deuren:

De afmetingen van deuren (standaard of niet standaard) zijn afhankelijk van de manier van afhangen. Er zijn twee manieren om deuren af te hangen:
  • direct afgehangen in de muur via speciale gehengen
  • of indirect in de muur aan een kozijn.

De maat van deuren in schoon metselwerk is afhankelijk van de koppenmaat (c.q. steenmaat) van het metselwerk.

toegang Gevangenpoort
straatzijde    toegang Gevangenpoort
binnenhofzijde    Poortdeur Gevangenpoort met steensponning direct afgehangen in de muur gezien van beide zijden.
klik hier om naar boven te gaan



 

Opgeklampte achterdeuren:

buitendeuren bron tekst:    constructie van gebouwen door prof. J.G. Wattjes (1924)

Naaststaand figuur geeft de details van het achterdeurkozijn (D), dat in een halfsteensmuur geplaatst is. Ook dit kozijn is van een bovenlicht voorzien. De deur is een opgeklampte deur en draait naar buiten.
Voor de constructie dezer opgeklampte deur zie hieronder -------------------

Teneinde inwatering van den kopshouten bovenkant van de beschieting bij geopenden stand van de deur te voorkomen, wordt de geheele bovenzijde met een strookje 15-ponds lood bekleed, dat aan voorkant en achterkant ongeveer 2 cm. omgevouwen en daar gespijkerd wordt.
Om het inregenen aan den bovenkant van de deur in gesloten stand te voorkomen, steekt hier het kalf voor het kozijn uit, waardoor een waterhol aan den onderkant van het kalf kan worden aangebracht.

Voor de deur zijn de sponningen aan den buitenkant, voor het vaste bovenraam aan den binnenkant van het kozijn aangebracht. Het bovenraam is met opsluitlatten opgesloten.
Ook dit kozijn is van hardsteenen neuten en dorpel voorzien. Vóór deze hardsteenen dorpel is een trede van een gemetselde rollaag op uitmetseling aangebracht.
Aan den binnenkant is het kozijn met een koplat betimmerd.

Een achterdeur wordt zeer dikwijls aan bochtscharnieren afgehangen. Bij opgeklampte en naar buiten draaiende deuren worden echter ook somtijds duimhengsels of duimgehengen toegepast, waarvan de duim van hakkelbout voorzien is, waarmede hij in den kozijnstijl geslagen wordt, terwijl het eigenlijke geheng met een oog om de duim sluit en met houtschroeven of met spijkers op de deurbeschieting wordt bevestigd, meest juist ter plaatse van een klamp.
Somstijds worden in plaats van duimhengsels de eenvoudiger kruishengsels gebezigd.

zie   Scharnieren algemeen bij het onderdeel "Hang-en sluitwerk."

Opgeklampte deuren (1964):
bron afbeelding : Bouwkunde Jellema (1964) + aantekeningen UTS

buitendeuren
klik hier om naar boven te gaan



 

Voordeuren algemeen:

bron tekst: Bouwkunde Jellema (1964)

De voordeur vormt de hoofdtoegang tot de woning of het gebouw en zal, opdat een gemakkelijke herkenning rnogelijk is, meer geaccentueerd dienen te worden dan de andere buitendeuren.
Deze accentuering kan gebeuren door vormgeving en materiaalkeuze.

Voordeuren van woningen en van niet-openbare gebouwen draaien altijd naar binnen. Dit is voor de bezoekers aangenamer, omdat ze dan wanneer de deur geopend wordt niet, zoals bij een naar buiten draaibare deur, een stap achteruit moeten doen of wat erger is door de deur van de stoep worden gedrukt.

In veel gevallen wordt de voordeur niet geschilderd en blijft het houtwerk blank, hoewel een geschilderde deur allerminst, wat het karakter betreft, ten achter behoeft te staan bij een blanke deur.
Voor een blankblijvende deur nemen we liefst een betere houtsoort, bv. eiken of teak of een daarmee gelijkwaardige tropische houtsoort.

zie   ook het onderdeel "De ingang van de woning" bij ontwerpelementen.

buitendeuren   buitendeuren
bron afbeeldingen: constructie van gebouwen door prof. J.G. Wattjes (1924) + Bouwkunde Jellema (1964)

In de voordeur werd veelal een klein naar binnen draaiend raampje aangebracht.
Dit raampje, met blank glas bezet, dient ten eerste om te zien, wie er op de stoep staat, en ten tweede om deze te woord te staan, als er geen aanleiding is hem of haar binnen te laten.
Het hart van zulk een raampje ligt zowat op 1,60 m boven de vloer, zodat volwassenen er gemakkelijk doorheen kunnen zien.

Dit raampje wordt wel judasraampje of kortweg judas genoemd;
een verkeerd toegepaste naam, want het "verraadt" wel, wie zich aandient, maar er worden geen goede mensen mee verraden, op zijn hoogst slechte!

Opdat het regenwater dat van het raampje afloopt, niet naar binnen zal worden gedreven, is de onderdorpel van het raampje van een weldorpel met waterhol voorzien. Om dezelfde reden maken we in de regel onder deze onderdorpel een keerholletje.
klik hier om naar boven te gaan



 
buitendeuren

Balkondeuren:

Balkondeuren zijn veelal dubbel uitgevoerd als stolpdeuren
bron tekst en afbeelding:   Bouwkunde Jellema (1964)

Kozijn met stolpdeuren:
Deze deuren geven toegang van woon- of slaapkamers tot tuinen,terrassen of balkons. De deuren laten we vrijwel altijd naar buiten draaien. Geeft zulk een kozijn met stolpdeuren toegang tot een balkon, dan moeten we bij het ontwerpen en detailleren ernstig nagaan, of de deuren wel op zijn minst haaks open kunnen zonder de balkonleuning of borstwering te raken;  dat kan meestal wel, want een deurvleugel heeft doorgaans geen grotere breedte dan 75 cm en een balkon heeft, wil het als zitbalkon bruikbaar zíjn, meestal geen kleinere diepte dan 100 cm (beter is: ten minste 130 cm).
Bij zgn. Franse balkons (dit zijn balkons die weinig of niet buiten de gevel steken en ook niet bedoeld zijn om erop te verblijven) laten we de deuren naar binnen draaien.

zie   indien gewenst ook het onderwerp "Balkons" bij het onderdeel "Buitenschil".

Naaststaand figuur geeft een kozijn met stolpdeuren te zien, uitkomend op een smal balkon, zodat de deuren niet veel verder dan haaks open kunnen. Zijn deze deuren in geopende stand met haken goed vastgezet;  dan dienen ze tevens als windscherm, waardoor we op het balkon enigszins beschut zijn.

In figuur 2, 3 en 4 zijn de details getekend voor naar buiten draaibare en in figuur 2a, 3a en 4a voor naar binnen draaibare stolpdeuren.
 

 

 

 

 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 16-04-2015

 

 
klik hier om naar boven te gaan